Mylou Frencken met de Rouw Revue

Gister ben ik naar de Rouw Revue geweest in de Kleine Komedie in Amsterdam. Cabaretière Mylou Frencken stond samen met Pieter Tiddens op de planken en bracht humor en rouw tot een synthese in een wervelend programma van liedjes, sketches, ontboezemingen en anekdotes. Over loslaten, over wat het je kan brengen en over leven na de dood van een dierbare. 'Want hoe besta je na?' Ik wist niet wat ik verwachten moest maar vond het een spannende onderneming om Rouw en Revue te combineren. Vanwege mijn eigen workshops rouw en verlies die ik geef met Beate Matznetter ben ik geïnteresseerd in dit thema. Rouw hoeft niet altijd zwaar te zijn en is zeer persoonlijk. Dat blijkt ook uit het verhaal van Mylou die haar man Bert Klunder acht jaar geleden verloor. Zij noemt rouwen een ziekte omdat je volledig uit je doen bent. Haar advies; 'Je moet goed uitzieken anders wordt het chronisch'. Het komische duo betrekt op allerlei manieren het publiek bij hun verhaal en dat lukt best goed in de Kleine Komedie. De Amsterdammers willen wel. De zaal gaat helemaal los als de tranentrekkers uit de Uitvaarten-top 10 van stal worden gehaald. Een swingende medley volgt. 'Waarheen, waarvoor', 'Kumbaya my lord', 'We'll meet again' (draaien ze dat??) en 'De vlieger' van Andre Hazes. Als Pieter Tiddens een mooie performance weggeeft van de blinde Andrea Bocelli, angstvallig tegengehouden door Mylou zodat de man niet van het podium dondert, ligt de zaal plat.
Goedbedoelde adviezen? Daar zit een rouwende niet op te wachten. 'Na regen komt zonneschijn' of 'ga eens een tantracursus doen' of nog erger, doe eens gek en 'ga naar bed met je rouwtherapeut.' Weg ermee.

All inclusive
Kortom; gelachen werd er genoeg. Interessanter vond ik de momenten waar Mylou met de billen bloot ging. De intieme verhalen waarin ze vertelt waar ze spijt van heeft. Spijt dat Bert niet thuis heeft gelegen ('Dat vond m'n dochter eng') spijt dat ze hem zelf niet gewassen heeft ('ik durfde het niet'). Het zijn kleine pareltjes die raken maar waar zo weer overheen gepraat wordt. Was het nog te kwetsbaar? Ja, dat miste ik; de stilte, de verdieping. De momenten van inkeer, tijd om de herkenning te laten binnenkomen. Misschien is het een brug te ver voor een theatervoorstelling. De hele show was best vlug en daardoor ook vluchtig. Daarentegen is Mylou ontwapenend eerlijk als ze terugblikt op haar relatie met Bert. 'Hoe kwam het dat ik steeds meer bitter werd in die relatie?' Bert blijkt een dominante, niet al te makkelijke man. Als hij naar Turkije wilde met een 'all inclusieve', dan gebeurde dat. Ook al schreeuwde alles in Mylou: NEEEE. Toch zaten ze een week later bij dat zwembad aan de Turkse kust. Nee roepen en ja doen. Veel vrouwen schikken zich in dat lot en zo houdt ze ons een spiegel voor om voor jezelf op te komen in een relatie. Voordat het te laat is. In een interview met de Volkskrant noemt ze het wrang dat zij pas tot bloei gekomen is na Bert's dood.
Het wordt ook duidelijk dat rouw niet afgelopen is na een jaar. Ok, alle feestdagen heb je gehad. Maar dan begint het doorleven opnieuw met kleine variaties. Zoals de kinderen die met Sint Maarten aan de deur komen en een jaar later heel lief zeggen; 'we hebben extra mooi voor je gezongen omdat je man dood is'. Troost is soms dodelijk. Troost als kurk om het verdriet te laten stoppen. De sussende troost. Laat een rouwende tranen met tuiten huilen net zolang hij of zij daar behoefte aan heeft.

Dans van het leven
Het was bevrijdend om met elkaar te lachen om de dood en alles wat erbij komt kijken. Rouw en Revue kunnen prima samen, zo blijkt. Het mooiste moment van de avond wat mij het meest raakte, was het slot. Mooi omdat het me ontroerde en ik de tranen voelde prikken. Mylou heeft een mooie dansjurk aan en danst nog een keer met de man op het podium. 'Bert kon niet dansen'. Ze zwieren samen over de planken, de witte jurk wappert, waait en volgt de vloeiende dansbewegingen. Als Pieter haar loslaat, danst Mylou verder op de muziek uit de oude doos. Ze danst, is blij, reikt uit en zwiert. Ze is met zichzelf, in zichzelf. De symboliek hiervan vond ik prachtig. Dit is niet anders dan haar dans van het leven. Een dans die iedereen alleen moet maken. De lichten doven heel langzaam maar de dans gaat door en door en door.
___________

Rouw Revue met Mylou Frencken en Pieter Tiddens, nog te zien t/m 10 februari 2015 in diverse kleine theaters.
Workshop rouw en verlies, zaterdag 29 november met Els Vegter en Beate Matznetter in atelier Concordia, Utrecht.

Huwelijkstotem van bloeiend roest

In mijn atelier verzamel ik materialen en vondsten om te verwerken in schilderijen. Vrienden en bekenden verzamelen driftig mee en komen met de meest bizarre vondsten aanzetten. Dat varieert van een doos oud gereedschap van hun overleden opa tot een verse vossenhuid, geschoten bij de Oostvaardersplassen. Eigenlijk zeg ik overal 'ja' tegen ook al is het groot, zwaar of vies. Van de elandenhuid en vossenhuid heb ik een schilderij gemaakt dat ik ooit in Kadmium Delft heb geëxposeerd tijdens de tentoonstelling 'Van huid tot haar'. Inmiddels is de huid vergaan en zit er een groot gat in het schilderslinnen. Dat heb je met organische materialen, die blijven voortleven. Hoewel de elfenbankjes uit het werk 'Wortelstelsels' nog steeds stand houden. 
In een grote bananendoos verzamel ik oud roest. Een paar jaar geleden ben ik naar de sloop gegaan in de buurt van het industrieterrein en heb me vergaapt aan het prachtige geplette metaal. Mijn verzameling bevat van alles: computeronderdelen, roestige roosters, geplet staal, ouderwetse hamers. Er is alleen een probleem: de objecten zijn te groot om in een tweedimensionaal kunstwerk te bevestigen. En om nu opeens installaties te gaan maken...dat was tot voor kort een brug te ver. Totdat ik een gelijkgestemde ziel ontmoet. Een vrouw die van alles verzamelt en meedoet aan de ZomerSchilder4Daagse in mijn atelier. Er is een klik. Ze vertelt zo enthousiast over haar kleine installaties in de tuin en op balkon. 'Zo raak ik van mijn troep af. Soms wordt er wel eens wat gepikt maar dan hang ik er gewoon weer iets bij.' Dit geeft mij het zetje. Ik stapel mijn dozen op, laad ze in de auto en breng ze thuis. Niet onbelangrijk in dit verhaal is mijn handige man die in het maakproces een cruciale rol heeft gespeeld. Bovendien waren wij net 16 jaar getrouwd. In plaats van een etentje bij kaarslicht hebben wij een hele zondag staan knutselen in onze eigen voortuin. Passen en meten. Ik doe het kijkwerk en hij het schroefwerk. Zo groeit onze installatie waarin het kacheldeurtje van de overbuurman verstopt zit en het ovenrooster van de buurvrouw. We kijken elkaar aan. Dit is het eerste kunstwerk in onze wijk Voordorp. Vijftien jaar geleden was er een subsidiepotje voor een kunstwerk maar vanwege de fallusachtige vorm is dat toen weggestemd. Wij hebben nu onze eigen kunst 'handmade' gewoon in de voortuin van de kunstenaar en de timmerman.
 Elke ochtend als ik de gordijnen opentrek, glimlacht het roest me toe. Bloeiend roest. Dankzij het skelet van de fluweelboom die de installatie draagt, heeft het beeld zijn uiteindelijke vorm gekregen. Binnenkort kleurt de bladerenkroon herfstig rood, geel en oranje. In het voorjaar zal onze huwelijkstotem opnieuw uitlopen met groen blad.
Meer foto's op Flickr

Zeikstad en Bollywood


Een week lang uit je comfortzone stappen en in de huid van een Indiase danseres kruipen. Net zo lang oefenen totdat je die sierlijke handbewegingen enigszins in de vingers hebt en tegelijk je heupen zwoel laten wiegen. De dansproductie Bollywood van docent dans Marielle toverde zes vrouwen uit de polder om in zes beeldige, oosterse danseressen met een wulpse man ertussen. We gingen helemaal uit ons dak. Vooral de man van over de zestig heeft de vakantie van zijn leven. Of een Rotterdamse pleejuffrouw spelen in de musical Zeikstad onder leiding van theaterman Thom en zangdocente Tineke Blok. Heerlijk, vooral die Rotterdamse tongval van Patricia Paay. 'Nee, eeeecht? Hebbie dat niet gezien dan? Joh, doe normaaaaaal.' Met de toiletborstel in de aanslag, op hoge hakken, met schort voor storm ik op de menigte af 'Betalen, niemand plast hier voor niets, ook jij Jozef. Betalen!' Gelukkig had ik niet al teveel tekst en lag het accent op de swingende liedjes zoals 'Sta op en loop' dat een lekkere gospelsound had. Zoals Jamai het zong in de musical Urinetown, zo goed waren we nog net niet, maar het plezier was hetzelfde.

Een weekje Charme opent de creativiteit in jezelf en laat de energie stromen. Dat hoeft niet altijd exhibitionistisch op een podium te zijn, het kan ook heel stil aan tafel met een schrijfworkshop van schrijver Benny. Of in het houtatelier van Anton waar als variatie op The Horse, een levensgrote giraffe is gemaakt waar manlief nog aan geschroefd heeft. Tijdens het maanlicht komt op hoge poten de giraffe langs de waterkant. Magie. Elke avond kun je genieten van presentaties van anderen en lachen bij het avondtheater. Als je geluk hebt, speelt de all round performer Kim van Zeben mee. Genieten! Heb je zin je te laten inspireren, je energie te laten stromen en jezelf weer helemaal op te laden? Boek volgend zomer een weekje Charme. Aan je kinderen heb je geen kind want die doen leuke dingen in hun eigen leeftijdsgroepen. Zelfs als de rivier overstroomt, de jongerentent onder water loopt, de velden modderig zijn zoals bij onze laatste vakantieweek, blijft Charme genieten. Kun je nagaan hoe het is als de zon schijnt, wat normaal gesproken ook zo is in Frankrijk...

Bloemenoffers


Een van de mooie gebruiken op Bali die me elke keer weer raakt, zijn de bloemen- en fruitoffers van de vrouwen. Elke dag doen vrouwen hun rondje. Meerdere keren lopen ze langs bepaalde plekken in en om het huis en hun huistempel met een grote schaal vol kleine bloemenoffers. Dat zijn gevlochten bamboemandjes met bloemetjes en rijst erin en veel geurende wierookstaafjes. Ze doen dit gekleed in sarong en slendang twee of drie keer per dag. Behalve als ze ongesteld zijn, dan offeren de vrouwen niet. Dan mogen ze ook de tempel niet in om ceremonies bij te wonen. Een man heeft me dit verteld aan het begin van mijn reis. Ik ben verbaasd over zijn openheid over het onderwerp. Het woord 'menstruatie' rolt heel makkelijk zijn mond uit. Zonder schaamte. Mijn vraag aan hem was of mannen ook offeren. Af en toe, was het antwoord, bijvoorbeeld als de vrouwen hun menstruatie hebben. Al die kleine mandjes moeten steeds weer worden gevlochten. Zoals vroeger bij ons de moeders altijd aan het breien, haken en naaien waren, zo stel ik het me voor. Alleen dat was voor het gezin en dit is voor de familie. Bescherming, toeweiding, dankbaarheid aan de goden. De verschillen zijn eigenlijk niet eens zo groot. Vrouwen vlechten hier elke lege minuut aan een mandje. Ik zag ze aan het strand van Sanur samen zitten en ondertussen praten en lachen. Ook oude vrouwen die in huis wonen bij de familie, leveren zo hun bijdrage aan de familie. In Munduk bij de homestay waar ik verbleef, zag ik een grijze dame elke ochtend in de weer met de groene stroken bamboeblad. We knikken elkaar toe en groeten elkaar 'goedemorgen' met de Balinese groet 'Pagi'.

Bloemenoffer op balkon
Het offer brengen gaat op een hele sierlijke en toegewijde manier. De vrouw knielt bij de plek en zet het schaaltje neer. Dan beweegt ze haar hand boven het offer met een bloemetje tussen de vingers. Ze maakt een wuivende beweging en misschien prevelt ze een mantra of gebed. Dan sprenkelt ze water uit een flesje op het mandje met bloemen. Elke plek krijgt zo even de aandacht met waarschijnlijk een woord van dankbaarheid of vraag om bescherming. Want de offers worden ook midden op straat gelegd, op een kruising of voor de ingang van een huis. Toen ik opgehaald werd door de taxi in Candidasa had de chauffeur een versiering gekocht voor onder de ruitenwisser. Voor een veilige rit. Zo mooi. Ook ontving ik soms een bloemenoffer op mijn terras of balkon. Zoals in Amed. Als ik op mijn balkon mijn blog zit te schrijven, komt er om half zes een vrouw van de bar langs. Ze maakt eten in de keuken en draagt doorgaans een spijkerbroek en T-shirt. Nu heeft ze een sarong om haar broek gewikkkeld en doet haar rondje. Voor mijn trapje legt ze een bamboeblad met bloemetjes neer. Ze verstuift de wierook met haar hand en maakt dat bekende wuivende gebaar met een bloemetje tussen haar vingers. Ze giet wat water uit een flesje op het geheel en maakt haar ritueel af. De geur van wierook vult mijn neusgaten. Het roert en raakt me, die zorg voor de plek, het huis, de ander. En ook voor mij. Bij het zwembad van mijn laatste hotel in Jimbaran wordt dagelijks een nieuw offertje neergelegd. Zo zwem ik 's ochtends mijn rondjes in wierookwalmen. Neem me stilletjes voor om dit thuis op mijn eigen manier te continueren. Er is weinig voor nodig, een bloemetje en een wierookstokje, even stilstaan bij de dag, het moment. Dankbaarheid toelaten.

De vrouw uit het niets


Het schiereiland onderaan Bali lijkt een beetje op een champignon. Dit is een geliefd stukje kust bij surfers. Aan de westkant slaan hoge golven tegen de kust en aan de oostkant zijn de meer rustige, witte stranden zoals Nusa Dua. Ik ben nieuwsgierig naar deze kust waar veel Australiërs komen. Stuk voor stuk zijn het pareltjes. Sommigen zijn alleen te bereiken door een steile trap naar beneden via de rotsen. Door een nauwe rotsspleet, wurmend langs andere bezwete lijven die de weg omhoog zoeken, kom ik dan uiteindelijk op het idyllische strand van Padang Padang beach. Grote rotsblokken met schaduwrijke plekken omarmen de baai. Een schilderachtig plekje, een bountystrand maar ik zou dit niet elke dag willen afdalen en beklimmen. Terug is het een ware fitnessoefening om de grote treden weer op te klimmen. Hetzelfde geldt voor het strand Sulaban beach. Een uitgelezen strand voor surfers. De golven zijn lang en hoog en dagen iedereen uit die een surfplank kan besturen. De restaurantjes liggen op plateaus in de rotsen waardoor je van grote hoogte neerkijkt op het water met sportieve, jonge goden van de zee die de golven berijden.

Knokige vingers
Gezeten op dat terras neem ik een verkoelend drankje en laat mijn blik dwalen over de oceaan. Opeens voel ik een zachte wang tegen mijn huid. Vreemd, ik ken hier niemand. En dan vingers die krioelen in mijn nek. Ik draai mijn hoofd en zie uit het niets een oude vrouw. Met de zangerige Indonesische tongval hoor ik haar vragen: 'massage?' Het kleine tanige vrouwtje vleit nogmaals haar wang tegen de mijne en haar knokige vingers krijgen grip op mijn stijve nek. Ze drukt haar vingertoppen op de pijnpunten en zegt nogmaals 'massage'. Ze kraakt een beetje en lijkt best oud. Ze heeft niet al haar tanden meer. Ik laat het me lekker welgevallen. Verderop zijn twee vrouwen twee jonge meiden aan het masseren op de vloer van een overdekte pagode. Ook deze oude vrouw zoekt klanten, alleen ik blijf hier slechts een drankje. Te kort voor een uitgebreide massage. Ze heeft ook armbandjes en ik zoek een paar gekleurde uit in rastakleuren voor mijn zoons. We praten even in gebrekkig Engels en ik vraag naar haar leeftijd. Ze is zeventig. En dan nog steeds de straat op moeten met je koopwaar. AOW kennen ze hier niet. De vrouw lijkt er niet onder te lijden en ik ben verrast door deze bijzondere ontmoeting en voel nog haar zachte wang. Ik geef haar wat geld en maak de klim weer naar boven.

Vissenbewustzijn


Bloemkool en broccoli in grote vormen, enorme schalen van schelpen, de darmflora met uitstulpingen in bleekroze of beige. Wieren en koralen die waaieren en wiegen. Alles beweegt zachtjes, gaat open en dicht op een organische manier alsof het ademt. Het is een groot lichaam dat ademt en leeft. Alsof ik binnen de huid zwem van een groot organisme. Op stenen heeft zich een nieuwe huid van koraal afgezet van het blauwste blauw. In mijn atelier heb ik pigment dat heet ultramarijn blauw, een krachtig blauw dat hier rondzwemt als een school kleine vissen. Grote vissen van twintig of dertig centimeter in felgeel met zwarte strepen en zo'n prachtige, sierlijke maanvormige vin aan de bovenkant en een subtiel sliertje aan de achterkant. Ook zie ik vissen die levenslang koninginnedag vieren. Koningsdag. Ze zijn donker maar achterop hun staart zit een oranje strik, een soort klavertje vier in heloranje. Vissen in gestreepte pyjama's in geel, lichtblauw en paars. Onder mij zie ik een jongen heel dicht bij het wrak zwemmen. Hee, dat kan dus ook. Ik neem een teug adem en duik met snorkel en al de diepte in. De druk wordt groter op hoofd en oren en het is best moeilijk om naar beneden te zwemmen. Ik raak het koraal aan en zie alles nog beter tot ik geen adem meer heb. Dan zwem ik terug naar de oppervlakte, haal adem door m'n mond en laat de snorkel leeglopen. Soms volg ik een vis een tijdje waardoor ik weer nieuwe vissen ontmoet in blauw en groen of parkietengeel. Ik heb eens meegedaan aan een koraaltentoonstelling. Na afloop kocht ik het grote fotoboek 'bedreigd koraal' van het Wereld Natuur Fonds. Een mooie inspiratiebron voor nieuwe schilderijen. Ik heb me verlekkerd aan de plaatjes. Nu zwem ik zelf rond in die prachtige foto's uit het boek en in mijn eigen schilderij. Alles is van een even grote schoonheid. Mocht je geloven in een god als schepper van hemel en aarde, dan krijg je in deze onderwaterwereld volop bevestiging.

Aanwezig zijn
Er bestaan van die zonnebrillen met gekleurde spiegelende glazen. Geel, blauw, groen, paars dat vloeiend in elkaar overloopt en glanst. In het stille water zie ik grote vissen met zo'n zonnebrillenhuid. Elke keer dat het zonlicht erop schijnt of als ze draaien verandert de kleur. Grote, platte vissen die door het water snijden en waarvan je de ingewanden kunt zien door hun doorschijnende huid. Slangachtige, lange platte vissen met groene strepen in de lengte. En vissen die op dolfijnen lijken, maar dan kleiner, platter en bruiner. Eigenlijk lijkt alleen hun lieve snoetje op een dolfijn. De spinachtigen zijn er ook in de vorm van stekelige, grote krabben. Ze leven tussen de stenen en ik zie ze bij toeval. Ze zijn fragiel opgebouwd met lichte poten met een geel uiteinde. Met hun voorpootjes bewegen ze voortdurend heen en weer over de steen, waarschijnlijk om eten te verzamelen. Ik weet niets van deze wereld maar ben er graag te gast. Op het laatst ga ik heel stil in het water liggen en kijk alleen maar naar de langs schietende vissen. Wat doen ze eigenlijk? Ze schrapen met hun bek soms voedsel van een steen maar in wezen doen ze niets. Ze bewegen mee met de stroom. Ze zijn. Ik voel me even een met de vissen en een nieuw woord komt op: vissenbewustzijn. Ik geloof dat er zelfs een boek over geschreven is, dus een nieuw woord is het waarschijnlijk niet. In dat bewustzijn hoef je niets, kun je volledig rusten in de openheid. Doen, zonder te doen. Aanwezig zijn. Handelen als de situatie erom vraagt.
Met dit inzicht dankzij de vissen, klim ik het water uit.

Ontmoeting met Ghandi in Bali




















De heilige grot Elephant's cave nabij Ubud ligt op verschillende hoogten. Met trappen daal ik af naar de tempel die wordt gebruikt voor ceremonies. Door een nauwe poort gedecoreerd met grote olifantskoppen, kom ik binnen in een kleine, behoorlijk donkere, vochtige ruimte. De zoete geur van wierook komt me tegemoet. Ik snuif het op. Als je niet van wierook houdt tijdens je reis, is Bali geen voor de hand liggende keuze. Bij het beeld staat heilig water en rookwolken zoete wierook vullen de benauwde ruimte.
De tempel ligt in een prachtige tuin met een symfonieorkest aan doordringende krekel- en vogelgeluiden. Als een grote zoem komt de stroom mijn oren binnen. Onder een prachtige boom met grote wortels boven de grond wil ik even gaan zitten om de sfeer in te drinken. Ik heb me bijna laten vallen als ik dikke rode mieren in colonne over de knoestige wortels zie lopen. Gauw een ander plekje gezocht bij de lotusvijver.

Man in lompen
Verder naar beneden de trappen afdalend, zie ik een oude, knokige man wenken. Gehuld in een vuile gele sarong met een oud vies wit bloesje en allemaal scheve bruine tanden in zijn mond, wankelt hij naar me toe. Hij heeft mooie, grote platte voeten. Hij wenkt nogmaals met zijn reumatische hand 'come'. Er is blijkbaar wat te zien. Ik moet even wat overwinnen maar volg hem toch de trap af naar een basin met water waar grote keien in liggen. Zo groot als hunnebedden. Over stapstenen loopt hij naar achteren de vochtige grot in en wijst dan met zijn kromme bruine vinger 'The buddha'. Dan zie ik het. De dikke logge steen is een afgebroken brokstuk van een beeld. Hij glimlacht al zijn rotte tanden bloot en zijn ogen beginnen te glimmen. 'Come.' Weer volg ik hem, maar nu de andere kant op. Ook hier ligt een groot stuk afgebroken beeld van de Buddha. Hij lacht en wipt wat op en neer op zijn mooie voeten. Ik ben de enige die hier is. Andere mensen volgen hem niet en denken waarschijnlijk 'ouwe gek'. Voor mij is deze man in lompen een soort Ghandifiguur. Hij geeft richting en een onverwachts cadeau. Ik bedank hem en geef hem wat rupia. Dan gaat Ghandi tevreden op een steen zitten met zijn rug tegen de rotswand. Gewoon in kleermakerszit, zo oud als hij is, zonder moeite in lotushouding. Dankbaar klim ik weer de trappen op naar boven na deze bijzondere ontmoeting bij de Buddha. 

Mannenhuishouden


Ik geef het grif toe; ik ben een bemoeial. Niet altijd en niet voortdurend. In het werk en onder vrienden valt het wel mee maar in mijn gezin kan ik er wat van. Ik woon samen met drie hele zelfstandige kerels die eigenlijk geen bemoedering nodig hebben en zeker geen bemoeizucht. Maar ja, je wilt eens wat zeggen 'ruim je tas op' of wat corrigeren 'zo praat je niet' of gewoon opvoeden 'en nu die telefoon van tafel, we zitten te eten' maar eigenlijk zitten ze niet te wachten op dat soort commentaar. Voor mij is het ook vermoeiend want sommige dingen zeg je voor de honderdste keer. 'Hang je jas nou eens op.'

Oordeel
Onlangs was ik op een filosofenbijeenkomst en werd geraakt door de woorden van een oudere man die al zijn oordeel had losgelaten. Hij vertelde dat hij niets meer vond, geen oordeel meer uitsprak en alles precies zo liet zijn zoals het was. Ook van positieve oordelen onthield hij zich. Alles is zoals het is, in alle openheid, punt. Het ontroerde mij en gaf me een gevoel van enorme ruimte. Maar ook een enorme uitdaging om zo in het leven te staan. Thuis kon ik gelijk aan de gang met mijn tong afbijten. Bovendien hadden we als gezin een afspraak gemaakt. 'Mama gaat op reis en twee weken ervoor doen we alsof ze al op reis is.' Ik ga een lange reis naar Bali maken en wil die twee weken ervoor graag gebruiken om me in te lezen, de reis voorbereiden en zaken afronden. Op mijn Bali-blog kun je alles lezen over mijn spannende solo-reis en meegaan op avontuur.

Moederloos
Peildatum is 1 maart. Vanaf die datum bemoei ik me nergens meer mee, kook geen eten, doe geen boodschappen, raap geen jassen en sokken op, doe de was niet meer en laat alles gebeuren zoals het gaat. Zonder oordeel. Mijn man staat aan het roer. Hooguit stel ik wat belangstellende vragen aan tafel tijdens het eten dat manlief heeft gekookt. Hij heeft al streng tegen de zoons gesproken; 'Als mama een stapje terug doet, word ik een beetje strenger'. Ze hebben zelfs een huisvergadering gehad. Zonder mij. En zo slaat ons gezin een nieuwe weg in. Een win-winsituatie want eigenlijk bevalt het iedereen. Supertrots ben ik op de oudste die de was doet en op de jongste die alles zo goed mogelijk opvouwt. Het is een mooi driemanschap. Als ik soms uit mijn rol val en me verspreek, me bemoei kortom, dan krijg ik gelijk lik op stuk met de woorden: '1 maart!' Dan weet ik weer hoe laat het is en druip stilletjes af. De mannen zijn goed voorbereid op een moederloos gezin en ik ga prima voorbereid en uitgerust op reis. Dat hele mannenhuishouden laat ik met een gerust hart achter. Toffe kerels.

Dankbaarheid



Breien en haken zijn weer hip. Je schijnt er heel rustig van te worden. Mijn vriendin rijgt kralen. Niet voor zichzelf en niet om rustig te worden maar ze rijgt voor het bedrijfje van haar vriendin. Dat bedrijfje heet Dankbaar.org en handelt in Dankbaarheidstrengen. Elke streng heeft een aantal kralen en een mooi voorwerpje eraan. De ketting geef je thuis een mooie plek en op gezette tijden kun je ermee spelen. Elk kraaltje staat voor iets waar je dankbaar voor bent die dag.
Dankbaar dat de zon schijnt
Dankbaar dat ik gezond ben
Dankbaar voor lieve vrienden
Dankbaar voor een fijn gezin
Dankbaar voor de lach van het kassameisje
Dankbaar voor de trein die ik op het nippertje haalde
Dankbaar voor vrede in ons land
En zo rollen de kralen door je vingers net als de gebedskralen van een katholiek of oud Grieks mannetje. Wil je het wat moderner, gebruik dan de free app voor dankbaarheid. Sinds kort ben ik via mijn website ambassadeur van deze club. Op de pagina van de rouwworkshop staat onderaan een Dankbaar-button. Rouw, dood, verlies, leven, overgave en dankbaarheid hebben alles met elkaar te maken. Zo'n speciale ketting kun je voor jezelf kopen als verwennerij of weggeven als origineel cadeautje. Daarnaast vind ik het leuk om op zo'n eenvoudige manier een andere ondernemer te ondersteunen in haar idealen en bedrijf. Veel succes Lisette!
Bestellen kun je via de link in dit leuke boekje.

Het leven als spel




Op een avond in de krokusvakantie tijdens onze zoonloze week, kropen mijn lief en ik achter de iMac voor de meeslepende film La Vita `e Bella. Een prachtige Italiaanse film die speelt rond de oorlogsjaren. De opening is het romantische liefdesverhaal tussen Oscar en Dora. De humor en speelsheid van Oscar zijn hartverwarmend. Zijn geliefde wordt hem letterlijk in de schoot geworpen in een hooiberg en hij noemt haar keer op keer 'mijn liefste prinses'. In het Italiaans klinkt dat honderd keer opwindender. Oscar is een levenskunstenaar die van elke tegenslag een uitdaging maakt. Zo maakt hij zijn leven vol ervaringen tot een spel, waarin helaas soms vals gespeeld wordt maar dat lijkt hem niet te hinderen. Als de oorlog uitbreekt en hij als jood wordt gedeporteerd met zijn zoontje, blijft hij geloven in de kracht van de verbeelding. Zelfs als hij gescheiden wordt van zijn grote liefde, laat hij zich niet uit het veld slaan. Hij spiegelt zijn zoontje een groot spel voor, met strenge regels van de bewakers maar ook met fantastische prijzen. Een aangrijpend maar ook komisch moment in de film is zijn vertaling van de Duitse commandant die de gevangenen hun plichten toeblaft. Hij vertaalt het voor zijn kameraden en voor zijn zoontje met een kwinkslag; hij verstaat niet eens Duits. Hij verzint zijn eigen regels en voert een show op met Italiaans temperament en zijn zoontje gaat mee in de fantasie. Zo wisselen indringende beelden van barakken, gestreepte pyama's en indoctrinatie af met lichte, humoristische en ontroerende scènes. Dit kleine jongetje lijkt te ontkomen aan de dood en aan een trauma door de levenskunst van zijn vader die daarvoor een groot offer brengt. Voor iemand die zo het leven leeft, de speelsheid kan vasthouden zelfs in oorlogstijd, heb ik grote bewondering. Deze ontroerende film is een must-see.
Heel vreemd was het om de volgende dag in de Kunsthal van Rotterdam te lopen en alles tastbaar uitgestald te zien in de tentoonstelling De Tweede Wereldoorlog in 100 voorwerpen. De gestreepte pyjama werd tastbare werkelijkheid evenals de gasvrije kinderwagen met dichtgeschroefd glas van prinses Juliana, de knikkers van Anne Frank, de fietsen met houten banden en de gele lap met talloze sterren waarin een sierlijke J gekalligragfeerd is. Hoe wrang om die J zo mooi mogelijk te tekenen midden op die stigmatiserende ster. De gele jodenster die Oscar en Dora droegen in de film, ligt hier nu realisitsch in een vitrine. Ook de grote tank van de bevrijders die in de film La Vita `e Bella een prominente rol speelt, is aanwezig op de statig zwarte presentatieblokken in de Kunsthal. Deze tentoonstelling is waardig en ingetogen vorm gegeven en een must-see voor iedereen die de oorlog tastbaar wil beleven. Eigenlijk loop je weer even door de film. De tentoonstelling in de Kunsthal is nog te zien t/m 5 mei.

Dienstbaarheid


‘Mam, dit wil ik doen’. Zoonlief gooit een fullcolour glossy folder op tafel. Vandaag is hij naar een voorlichtingsbijeenkomst geweest voor hbo-studies. Heel lang heeft hij niet geweten wat hij moest doen na zijn school en nu twinkelen zijn ogen, blij dat hij ‘iets’ heeft gevonden. Wij ook. ‘Het is wel een beetje duur’ voegt hij er nog bedremmeld aan toe. ‘Een particuliere opleiding in Rotterdam geloof ik’.  Rotterdam! De stad waar ik ben opgegroeid en nu nog steeds graag kom vanwege de recht-voor-z’n-raap-mentaliteit. Ik beloof hem dat ik de folder zal doorploegen. ‘s Avonds na het eten pak ik het mooi vorm gegeven boekje in stemmig zwart en rood. De Engelse termen druipen van de bladzijden: hospitality, sales, international business, evenementen management en entrepreneurship. Anthony Robbins opent met zijn statement: ‘The path to succes is to take massive, determined action.’ Op donderdag moeten de leerlingen in pak komen. Ik glimlach, zoonlief loopt tot nu toe alleen in Hoodies en jeans. Ik bekijk de foto’s van de gladgeschoren, schone jongens en de keurige meisjes met strakke paardenstaarten. Mijn oog valt op een quote van een leerling die haar zomerstage in Maleisië heeft gedaan: ‘In Azië is de gast geen koning, maar een god’ en ze voegt er fijntjes aan toe: ‘hier kan het westen een voorbeeld aan nemen.’Discipline, doorzettingsvermogen en 100% klantgericht doen, denken, en handelen. Dat is waar deze businessopleiding in uitblinkt. Ik mijmer over mijn reis naar Azië. Ik verheug me op die enorme klantvriendelijkheid en gastvrijheid. Binnenkort vertrek ik naar Bali, het land van vriendelijkheid, lotusbloemen, bloemenoffers en gevouwen kunststukjes van baddoeken op je hotelbed. Het is de eerste keer dat ik naar Azië ga en ik ben benieuwd hoe die dienstbare mentaliteit mij gaat raken. Welke kanten van mij komen in het licht? Hoe dienstbaar ben ik? Of gaat een onderdanige houding me vreselijk irriteren? Het eerste enthousiasme van zoonlief is inmiddels wat getemperd. Hij gaat binnenkort een open dag bezoeken van deze peperdure, klantgerichte business opleiding in Rotterdam... en dan zien we wel verder.

Snijbonensnijder

Als kunstenaar bof ik met een creatief beroep. Je onderdompelen in kleur en vorm en iets scheppen uit het niets geeft veel voldoening. Toc...