Pubers & idealen

Vandaag blijft er een vriend van Justus mee eten. Ze gaan samen naar de atletiek. Een gezellige jongen met een hoofd vol krullen. Wat Justus te weinig zegt, maakt hij meer dan goed. Je kunt een leuk gesprek met hem voeren. Hij vraagt ook altijd heel belangstellend: hoe gaat het ermee? Of hij zegt ‘lekkere salade is dit.’ Hij kan echt converseren zodat de tafelgesprekken een stuk dynamischer worden. Je kunt trouwens ook erg met hem lachen. Vandaag zegt hij aan de gedekte tafel: ‘Ik ben geen vegetariër meer.’ Ik schrik ervan ‘komt dat door ons?’ We kunnen nogal eens relativeren of wat pesterig uit de hoek komen als het gaat om ethische kwesties. Wat dat betreft zijn wij zo pragmatisch als de pest en passen Beer en ik heel goed bij elkaar. Beer heeft zijn idealen ruimschoots uitgeleefd in zijn twenties: van macrobiotische kookkampen tot meditatieve sektes. Ik ben vol ethiek in de kerk begonnen, langzaam afgedwaald en via de dogma’s van conservatieve fundamentalisten, linkse bewegingen en anarchistische milieuactivisten uitgekomen bij een prettige vorm van relativering en nuancering. Het liefst sta ik aan de zijlijn van welke beweging dan ook.  Nieuwsgierig genoeg om alles te onderzoeken en te leren kennen, maar ver genoeg weg om mij te vereenzelvigen met een groep. Daarvoor heb ik te lang sociologie gestudeerd in mijn jonge jaren. Ja, jonge jaren.  Dat kan ik nu zeggen want dat is dertig jaar geleden inmiddels. Maar goed, ik wil een jonge knul van veertien niet gelijk van zijn idealen beroven. Toevallig eten we wok-tofu of iets dergelijks en met een mond vol sla en tomaat zegt hij dat wij niets met zijn nieuwe levensstijl te maken hebben. Waarom dan? ‘Nou gewoon, ik was er klaar mee.’ Zo’n heerlijk recht-toe-recht-aan-antwoord van een puber. Hij was de enige vegetariër in een gezin van vier dus voor zijn moeder is het wel zo makkelijk. Overigens zijn wij geen grote vleeseters. Nooit geweest ook. Sinds we weten dat omega3 zo goed is voor van alles en nog wat (stemmingen, humeur, geheugen, concentratie huid) eten we elke week makreel, zalm en haring. Dan nog een keer gehakt, kip of een eitje en dan is de week wel weer om.                 

Apple Care

De Eufraat & de Tigris liggen te wachten in mijn atelier. Ze zijn droog inmiddels. Het is tijd om olieverf aan te brengen. De partij van het water ga ik aanbrengen met een brede kwast met een glacerende donkergroene tint. Dit vind ik het moeilijkst en daarom begin ik daarmee. Dan heb ik dat maar gehad. De verf breng ik direct aan op het linnen. De bedoeling is dat er een glad oppervlak ontstaat dat uiteindelijk ook nog de diepte van water moet krijgen. Daar ben ik geen ster in. Over het groen komt nog een laag grijs en dan een zweem wit. De leukere delen zitten voor mij in het land wat bestaat uit een ruwe zanderige ondergrond. Soms ruig door toevoeging van blad en boombast. Hier hoef ik niet glad en nauwkeurig te werken en kan ik meer uit mijn bol gaan. ‘Pielen en frutten’ om het maar oneerbiedig te zeggen. Over het gehele doek breng ik een eerste laag verf aan. Het begint al ergens op te lijken. Als ik pijn in mijn rug krijg van het voortdurend gebukt staan over de tafel, stop ik. De verfkleren gaan uit, de modieuze jeans weer aan, ketting om, lipstick op en weer terug op de fiets naar huis. Jelle is nog steeds thuis. Inmiddels is hij  ‘leuk ziek’. Boeken lezen, filmpje kijken, spelletje doen. In de middag als de zon schijnt, gaat hij zelfs naar buiten op zijn waveboard. Morgen gaat hij weer naar school.
’s Avonds helpt hij me met de registratie van Apple Care. We draaien het beeldscherm op zijn kop en leggen het behoedzaam op een kleed op tafel. Jelle pakt een vergrootglas dat hoort bij zijn postzegelboek en leest de code op. Minuscule lettertjes die net te ontcijferen zijn. Voor mij net niet. Samen komen we een heel eind. Dan zetten we de IMac weer op zijn poot terug en zetten de computer aan. De registratie kan beginnen. Wonder boven wonder pakt hij alle codes en inlognamen goed op en kunnen we steeds op het veelbelovende vakje ‘doorgaan’ drukken. Okay, die klus is geklaard. Nu kan ik bellen als er zich problemen voor doen. Een service waar ik in de winkel heel blij mee was maar waar ik me nu door voel genaaid omdat ik elke keer een 0900-nummer moet bellen. Die kosten had ik even niet meegerekend toen ik het kostbare programma Apple Care aanschafte. Die leuke jongen met zijn modieuze zwarte bril heeft daar ook niets over gezegd. Pure klantenmisleiding. Het enige waar ik nu nog benieuwd naar ben zijn de kosten per minuut. Misschien valt het mee. We gaan verder met onze ontdekkingsreis op Apple. Een leuke functie in IPhoto is de gezichtsherkenning. Bij elke foto kun je het gezicht benoemen. Je typt de naam in en Apple zoekt dan alle foto’s in je bestanden die ook dat gezicht hebben. Door te klikken bevestig je: ja, dit is Jelle. Het is grappig om te zien dat er dan ook foto’s van mij en Beer getoond worden. De gelijkenis tussen moeder en zoon wordt dus opgemerkt. Maar ook hele andere personen laat hij zien waardoor we regelmatig in een deuk liggen. ‘Lijk ik op oom Wobbe?’ vraagt Jelle verbaasd. De gelijkenis tussen een jonge knul en een oude man van pensioengerechtigde leeftijd ontgaat mij. Bij mijn foto toont hij alle portretten waar ik op sta maar ook die van mijn zussen en moeder. De verwantschap herkent de computer feilloos. Een leuk klusje om te doen. De volgende keer ga ik me storten op het programma Pages.

Gitaarles

De regen doet mij opnieuw achter de computer kruipen. Ik begin met de schone taak als klassenouder van Justus zijn klas aan het verslag van de ouderavond. Even alles op een rij voor de ouders en de leerkracht. Zo weten we de volgende keer wat er is toegezegd en of beloftes zijn nagekomen want die hele situatie met Engels  moet echt veranderen. Ik werk trouwens nog steeds op mijn oude computer. Dat registreren van de Imac is nog helemaal niet makkelijk. Ik moet het beeldscherm op zijn kop houden om het nummer te checken maar dan moet hij wel uitstaan. Ik ga er een beetje tegenop zien. De Imac  staat nu al dagen als een soort kunstobject pontificaal op de piano. Als ik die registratie rond heb, kan ik dat geruststellende Apple Care gaan bellen. Ik vrees dat het een klus voor de herfstvakantie gaat worden.
In de middag fiets ik met Jelle naar de stad voor gitaarles. Drijfnat komen we aan op ons eerste adres. Hij heeft een proefles afgesproken bij een jonge man met een kaal hoofd, een moderne zwarte bril en een arm vol tatoeages. Zoonlief verdwijnt via de trap naar boven. Het is zo’n typische Utrechtse bis-woning. Ik fiets verder naar het aangrenzende tuincentrum voor een kop warme cappuccino en schaf gelijk een paar regenlaarzen aan. In de uitverkoop. Ik trek ze gelijk aan want ik heb natte voeten omdat de zool van mijn paarse laarzen los zit. Met een paar kunstbloemen, waar ik later paarse vlekken van in mijn regenjas krijg die ik er nooit meer uit heb gekregen, verlaat ik na een half uurtje het pand en haal Justus weer op. ‘Ja, wel cool’ is zijn commentaar op de proefles. Maar we hebben nog meer pijlen op onze boog. In de binnenstad zit een gitaarschool en ook daar heeft hij een proefles afgesproken. Ik ben erg gecharmeerd van het pand en de manier van werken. Er zijn verschillende gitaarleraren en er oefenen ook bandjes. Een paar keer per jaar zijn er optredens van de leerlingen. Het is een plek waar ruimte is voor samenspel en ontmoeting. De lessen zijn wat duurder maar ik heb mijn keus al gemaakt. Dit is een leuke, creatieve school met mogelijkheden. Na afloop van de les zegt Justus: ‘Mwaoh, hij oefent met de piano en ik moet zelf liedjes uitzoeken. Ik werk liever uit een boek.’ Zoveel woorden heeft hij nog nooit achter elkaar gezegd. ‘Oh, dus je vindt die jongen met de tatoeage leuker?’ Hij knikt instemmend. ‘Mam, mogen we gelijk naar de muziekwinkel? Die jongen heeft een leuk gitaarboek aangeraden’. Ik ben blij met zijn enthousiasme en vind het fijn dat hij zijn gitaarlessen weer gaat oppakken. Voor een jongen die zo hard studeert, is muziek een goede ontlading en een mooi tegenwicht voor de uren die hij met zijn Ipod doorbrengt. ’s Avonds pakt hij voor het eerst sinds maanden weer uit zichzelf zijn gitaar. Hij zit op zijn bed, speelt wat akkoorden en zingt erbij. Ik smelt.

Snijbonensnijder

Als kunstenaar bof ik met een creatief beroep. Je onderdompelen in kleur en vorm en iets scheppen uit het niets geeft veel voldoening. Toc...