Apple aanschaf

Vandaag breng ik Justus even naar de stad. Hij gaat met zijn klas naar het Aboriginal Museum aan de Oude Gracht. ‘Mam, je brengt me niet tot aan de deur hoor’ waarop ik pesterig zeg ‘waarom niet, ik ben toch een leuke moeder? Schaam je je voor mij?’ Een hartgrondig ‘Ja’ is zijn antwoord. Ik snap het wel. Een jongen van dertien wil natuurlijk niet weggebracht worden door zijn moeder in het bijzijn van zijn vrienden. Toevallig moet ik echter die kant op want ik ga naar de Apple-store voor de aanschaf van een I-mac. Het lijkt me heerlijk om ongecompliceerd te kunnen werken, zonder dat vervelende Windows-mail wat nooit goed gewerkt heeft, zonder virussen, zonder trage schakelingen, zonder ingewikkelde foto- en Word-bewerkingen. Het lijkt me echt een oase van snel en makkelijk werken. Ik laat me nog eens voorlichten door een aardige jongen met een zwarte moderne bril op, gekleed in het zwarte Apple tenue. Hij is echt een kanjer in geduldig en toegespitst uitleggen. Dat speelt ook mee. Ik vind deze winkel fijn, ruimtelijk en licht om te bezoeken – behalve op zaterdagmiddag. In de Mediamarkt of de Bart Smit word ik altijd binnen drie seconden compleet gek en chagrijnig. In een prettige winkel vind ik het plezierig om spullen aan te schaffen. Dat geldt overigens ook voor kledingwinkels. Harde muziek en zeurderige of onaardige verkoopsters blokkeren mijn shopping-wensen acuut. Aardige en behulpzame verkopers stimuleren mijn koopbehoefte daarentegen. Van deze heerlijke jongen, die mij toevertrouwt fysiotherapeut te zijn, koop ik graag een Apple-computer. Alleen welke? Ik weet al dat ik een vaste computer wil en geen laptop of I-pad. Nu twijfel ik nog tussen een 21-inch scherm of een 24-inch. Van de 24-inch heeft hij nog een oud showmodel. Het is groter en goedkoper. Het is de laatste want die maat gaat er helemaal uit. Een 27-inch scherm is ook heel mooi maar toch wel erg groot. We moeten het ook kunnen plaatsen in de inbouwkast naast de relatief grote printer. Ik overleg even met Beer. Die kan soms heel nuchter uit de hoek komen. Hij raadt het showmodel af. ‘Weet je hoeveel mensen aan dat toetsenbord gezeten hebben in twee maanden tijd?’ Tja, veel denk ik. ‘Lieve schat, je wilt iets nieuws, koop dan ook echt iets nieuws. We hebben al vaker een showmodel gekocht waar we toch niet helemaal tevreden over waren.’ Dat is waar. Ik ben overtuigd en ga voor de 21-inch met draadloos toetsenbord en Magic Mouse. Ik schaf iWork aan en een drie jaar lange service genaamd Apple Care wat ik heel geruststellend vind klinken maar waar ik wel een astronomisch bedrag voor neertel. Als ik de doos onder mijn arm wil meenemen, kijkt de jongen bezorgd.  Er is nog nooit iemand geweest die zijn nieuwe I-mac per fiets rijdend heeft vervoerd. Okay, niet slim. Ik reken af en beloof de grote doos morgen met de auto te komen ophalen. Het zou toch zonde zijn als dit kostbare kleinood gelijk in gruzelementen van mijn fiets afdondert. 

JP ook op Open Art Fair

We eten vroeg zodat we op tijd zijn voor de opening van de Open Art Fair in de Jaarbeurs. De jongens gaan gezellig mee gewapend met Ipod en Mp4-speler. Natuurlijk zijn ze bang dat ze zich gaan vervelen in zo’n omgeving vol kunst. We fietsen de stad door en komen net droog aan. Gelukkig voor mijn goed geconserveerde kapsel. Mijn haarlak-coupe kan wel een windvlaag doorstaan maar geen fikse regenbui, die trouwens losbarst als wij net door de klapdeuren zijn. De beurs bergt meer dan vijftig galerieën uit binnen- en buitenland. Elke galerie laat zijn beste kunstenaars zien. In de gang kom ik al de eerste bekende tegen. Een collega-kunstenaar naar wiens opening ik zondag nog geweest ben. Zijn werk wordt door dezelfde galerie vertegenwoordigd en hangt dus in dezelfde stand. We schudden elkaar de hand waarop hij mij toefluistert: ‘Je hangt er mooi bij.’ Dat is geruststellend om te horen. Het blijft spannend als een ander je werk ophangt samen met andere kunstwerken. Welke combinaties maakt hij? Welk werk heeft hij geselecteerd? Samen met Beer baan ik mij een weg door de mensenmassa op zoek naar stand 3.55 achterin de hal. Om de hoek zien we opeens een landschap van mij. Het hangt aan de buitenmuur van de stand. Een mooie binnenkomer, alleen de spot mist nog waardoor er te weinig licht op het schilderij valt. Dan gaan we de stand binnen en begroeten de galeriehouders die zich voor de gelegenheid hebben uitgedost in colberts met bloemenprint. Feestelijk en opvallend. Dan kijk ik de ruimte rond en ben verrast door de grootte van de stand. Het werk van de vier kunstenaars loopt geleidelijk in elkaar over van koele kleuren naar warme tinten. Het is mooi afgewogen gepresenteerd. Van mij hangen er een aantal landschappen uit 2009 en slechts één werk uit 2010. Dat vind ik wel wat mager maar ik kan goed leven met het resultaat. We lopen verder de beurs op en verzamelen ons op het plein voor de officiële opening van Beeldhouwer Kees Verkade. De man heeft vijftig jaar kunstenaarschap op zijn naam staan en verontschuldigt zich voor zijn speech ‘ik ben geen spreker, ik ben meer een doener’. Op het einde schiet hij nog vol als hij zijn zoon Martijn noemt als steun en mede-exposant ‘ik had me zo voorgenomen om nuchter te blijven’ waarna hij een grote witte zakdoek pakt en zijn neus snuit. Aandoenlijk en het publiek barst spontaan uit in applaus. Een ontroerd medemens raakt altijd iets in de ander. Onder het gehoor bevindt zich ook premier Balkenende. Hij glimlacht op de juiste momenten en is zoals altijd gekleed in een blauw pak met een wit overhemd en passende das. Ook zijn haar zit onberispelijk in het Harry Potter-model. Jelle neemt zijn kans waar en stapt op hem af voor een handtekening. JP buigt zich naar voren en krabbelt iets op het voorgehouden visitekaartje. Er ontwikkelt zich al een lange rij want iedereen wil iets van de premier. Al is het maar een goed gesprek over de perikelen rond de kabinetsformatie. Wij lopen nog even naar de plek waar een beschilderde Ferrari wordt onthuld en nemen foto’s van de boys voor op hun Hyves-pagina. Jelle heeft sinds hij in groep acht zit ook Hyves. Hij vindt het zo leuk. De eerste dagen wilde hij elke dag zijn profiel bekijken en kwam enthousiast op mij toe: ’Mam, ik heb al eenentwintig vrienden’. Die euforie begreep ik maar al te goed. Zo verging het mij ook bij het opstarten van LinkedIn en Twitter. Terug in de stand van de galerie omhels ik nog twee vriendinnen. Ze complimenteren me met het werk en geven een leuk boekje getiteld ‘ Kunststedengids’. Handig voor als ik met Beer een tripje naar Berlijn ga maken binnenkort. Ik praat nog even met de galeriehouder die veelbelovend zegt: ‘Er wordt veel gereageerd op jouw werk.’ Hij ziet het als een positief teken voor de expositie die later volgt in zijn galerie. Ik ben benieuwd. Kunst blijft onvoorspelbaar.

Snijbonensnijder

Als kunstenaar bof ik met een creatief beroep. Je onderdompelen in kleur en vorm en iets scheppen uit het niets geeft veel voldoening. Toc...