Bevolkingsonderzoek

Soms valt iets koud op je dak. Ik was nog geen 50 toen de brief al op de mat lag. ‘Wij nodigen u uit om deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek naar borstkanker en hebben voor u de volgende afspraak gemaakt:  woensdag 7 september.’ Dat noem ik nog eens voortvarend zaken doen. Even denk je voor een feestje te worden uitgenodigd, maar dat idee is van korte duur. Daar is het de locatie ook niet naar: ergens in Hoog Catharijne, wat momenteel één grote bouwput is. ‘Het onderzoek is gratis. U beslist zelf of u mee wilt doen.’ Ik heb het niet zo op dit soort onderzoeken en twijfel ook aan het nut ervan, maar ik ben toch nieuwsgierig dus doe gezellig mee. ‘Tijdens dit onderzoek maakt een laborant röntgenfoto’s van uw borsten. Het maken van de foto’s duurt ongeveer vijf minuten. Het bezoek aan het onderzoekscentrum ongeveer 20 minuten.’ Dat is helder. Zou het ingewikkeld zijn om mijn borsten tussen die glazen platen te pletten? Vijf minuten klinkt best lang. Als ik in de wirwar van winkels de toegangsdeur voor het bevolkingsonderzoek gevonden heb, ben ik precies op tijd. Ik ga even zitten en zie op de leestafel dat hier alleen maar vrouwen van mijn leeftijd komen: Libelle, Nouveau, Zin, Jan en Midi. Ze weten de doelgroep goed te bedienen. Dan mag ik naar een klein kamertje van twee bij twee. Er staat een stoel en er hangt een spiegel. ‘Kleedt u zich aan de bovenkant maar uit.’ Ik heb een handige jurk aan en ontbloot mijn borsten. De laborante haalt mij op via de andere deur en vraagt of het de eerste keer is. Ja dat is het. Eerst gaan de armen omhoog en dan even bukken zodat de deskundige kan zien of alles op zijn plaats zit en er geen vreemde vlekken en uitstulpingen zijn. Dan komt het grote werk. ‘We gaan vier foto’s maken’. Ik heb toch maar twee borsten denk ik, maar geef geen commentaar. Ik ga voor de machine staan en zij manoeuvreert mijn rechterborst op de glazen plaat waarbij ze zeer intiem met haar borsten tegen de mijne aanhangt. Ik snap nu waarom de laboranten altijd vrouwen zijn. Dan komt de plaat van boven en daalt onheilspellend neer op mijn borst die transformeert in een platte, bleke pizza. Ik heb me voorbereid op een pijnlijk moment maar dat valt mee. Dan volgt de linkerborst. Voor foto drie en vier wordt de machine gekanteld zodat de zijkant van de borst in beeld komt en ook de okselklieren. Vooral bij de linkerborst voelt dit pijnlijk. Zou er wat zitten, vraag ik me af. Over twee weken krijg ik de uitslag thuis gestuurd. 

Michaëlsfeest

Kerstfeest, paasfeest, pinksteren en Sinterklaas, het wordt allemaal gevierd op de vrije school. De meeste feesten ken ik wel vanuit mijn eigen christelijke roots. Maar het Sint Jansfeest en het Michaëlsfeest waren nieuw voor mij. Sint Jan hoort bij de langste dag in juni en is een echt zomers zonnig feest met spelletjes, rijk gevulde tafels en picknickkleedjes voor ouders en kinderen. Michaël wordt in de herfst gevierd en gaat over het verslaan van de draak en heldenmoed verzamelen om dingen te doen die je niet durft. De zesde klas van Jelle speelt de legende van Sint  Joris en de draak. Het is eigenlijk een ‘tableau vivant’ wat ze laten zien en ze zingen liederen erbij. Uiteindelijk verslaat Sint Joris de Draak met hulp van de engel Michaël. Een (houten) zwaard is zijn wapen waarmee hij de draak dood steekt en waarbij alle kinderen die in zijn lijf verstopt zitten giechelend op de grond tuimelen. Jelle was dit jaar vaandeldrager. Het spel wordt opgevoerd achter de school waar nog een mooi onontgonnen stuk struikgewas ligt. Alle klassen lopen in een sliert ernaar toe. Daarna verzamelen ze zich op het plein waar oude ambachten te zien zijn. De kinderen mogen alles zelf uitproberen en lopen in groepjes langs. Een spinster van wol achter een spinnenwiel, een schoenmaker en scharensliep en zelfs een ridder uit de middeleeuwen in maliënkolder en zelfgemaakte laarzen toont zijn eeuwenoud gereedschap. Een levensgroot paard krijgt nieuwe hoefijzers aangemeten. 'Doet dat niet zeer?' vraagt één van de kleinsten. Ondertussen laat het paard een dikke paardenvijg vallen. De geur vermengt zich met de geur van vuur want overal op het plein zijn kleine vuurtjes gemaakt. Voor de appelmoes, de maïskolven en de grote pan soep. Hiervoor mogen de kinderen zelf groente snijden. Ook de kleintjes. Een man met een lange grijze staart is de vuurman en spoort de kinderen aan veilig om te gaan met hun kleine aardappelschilmesjes. Maar er worden elk jaar wel wat pleisters geplakt op kleine bebloede vingertjes. Ook deze keer komen ze bedremmeld binnen wandelen bij de conciërge. Het is geen feest zonder risico. De dikke pompoensoep pruttelt in een grote ketel boven een open vuur. De grotere kinderen mogen buiten het plein een fakkel-race lopen, boogschieten en over de sloot abseilen. Al jaren ben ik gastvrouw op dit feest en voorzie alle deelnemers van koffie en koek op het plein en daarbuiten. Ondertussen klets ik heel wat af. Het plein baadt in een warme herfstgloed van oranje zonnestralen. Het is een feest om buiten te zijn. Tijdens de lunch dekken we als gastvrouwen de tafel met drakenbrood, zelfgemaakte appelmoes, rozijnenbrood, roomboter, kaarsen en servetten en een prachtig herfstboeket bloemen uit eigen tuin. We maken een mooie plek binnen in de aula van de school waar alle ouders die hebben meegeholpen aan het feest, de zelfgemaakte soep oplepelen met een stuk drakenbrood erbij en nagenieten. De eerste klassen hebben de hele ochtend appeltjes geschild en gesneden waardoor er een grote schaal geurende, verse appelcompote op tafel staat. De sfeer is goed, de saamhorigheid groot. Als de schoolleider nog even terugblikt op dit veelzijdige feest waarin de kinderen zoveel beleven 'aan den lijve' hebben we allemaal zoiets van: ja, dit is een bijzondere school. Fijn dat onze kinderen hier onderwijs krijgen. Oh, oh wat klinkt dit zoet. Maar een beetje weemoed is op zijn plaats want volgend jaar ben ik hier niet meer en zit Jelle als puber op de middelbare school. Gelukkig hangt de vuurlucht nog om mij heen.

Maagdelijk wit

Vandaag komt de vrachtwagen voorrijden met nieuwe doeken. We hebben afgesproken bij het atelier. De wagen zou tussen half negen en half elf leveren. Buiten adem arriveer ik twee minuten over half negen bij Concordia. Meestal is er file ’s ochtends dus ik zou verbaasd zijn als de leverancier er al is. Gelukkig niet. Nog na hijgend van het harde fietsen loop ik de trap op naar de eerste etage. Eerst maar eens een senseo.  Er staat nog een afwas en twee tassen met spullen die ik uit moet ruimen. Als je moet wachten, heb je opeens tijd voor dat soort klussen. Maar dit keer duurt het wachten wel erg lang. Ik neem nog een senseo en snijd er een lekkere plak vetarme Indische cake bij. Hmmm…nog even relaxen terwijl ik blader in het boek van K. Schippers wat ik inmiddels binnen heb gekregen van de bibliotheek. De ‘Bruid van Duchamp’ beschrijft alle plekken waar de kunstenaar ooit heeft gewoond. Het geeft een interessante blik op de kunstwereld van toen. Tien uur ga ik maar eens bellen met de firma. Het meisje van de receptie zegt dat de chauffeur onderweg is. ‘Voordorp toch?’ En ze noemt mijn huisadres. ‘Nee, ze moeten hier naar toe komen’ zeg ik wat geïrriteerd. Nogmaals spel ik mijn atelieradres. Een vreemde vergissing want de firma heeft hier al vaker bestellingen afgeleverd. Zou het meisje van de receptie nieuw zijn? Vroeger had ik altijd een oudere dame aan de telefoon. ‘Ik ga gelijk de chauffeur bellen’ zegt het meisje opgewekt. Dat is wel makkelijk tegenwoordig met die mobiele telefoons. Iedereen is overal te traceren. Binnen een kwartier komt de grote, witte vrachtwagen voor rijden. Ik help de chauffeur met uitladen en heb de oude PTT-postkar al klaar staan. Een ideaal transportmiddel dat Beer ooit ergens op de kop heeft getikt.  Met schilderijenvervoer van de eerste verdieping naar de begane grond is het een onmisbaar ding. Gelukkig hebben we een lift in het pand. Ik moet twee keer rijden met de kar voordat ik alle vijfentwintig doeken boven heb. Vervolgens reken ik af met de chauffeur en zijn mobiele pinautomaat. Ik kan weer een kleine twee jaar vooruit met deze voorraad en kan uit alle formaten kiezen. Breed, smal of vierkant. Dit keer heb ik veel variatie in afmeting aangebracht. Ik verheug me op nieuw werk. De aandrang is zo groot dat ik gelijk een lang smal doek uitkies. Ik maak een opzet voor een werk waar ik de vondsten van Jelle in ga verwerken. Op een dag tijdens onze vakantie in de Costa Verde kwam hij thuis van een bergwandeling met Beer. Hij had lege schietpatronen verzameld in het bos. Twee zakjes vol. Triomfantelijk overhandigde hij mij zijn schatten. Blauwe, groene, rode en zwarte hulzen onder de modder.  Ik kon de inhoud niet helemaal thuisbrengen tot ik een toelichting kreeg van de mannen. Jagers hadden in dat gebied blijkbaar wild afgeschoten. Konijnen, fazanten en herten hebben de kogels uit de kleurrijke hulzen niet overleefd.  De titel van het werk dringt zich op als ik bezig ben met de verschillende, soms verroestte patronen te rangschikken: ‘Victims’. Als je niet goed kijkt, lijken de lege hulzen net uitgeknepen verftubetjes. Heel onschuldig. Ondertussen zijn het moordwapens. In dit werk wil ik spelen met die tegenstelling en de decoratieve functie die de hulzen hebben door hun verschillende kleuren. Ik maak een eerste opzet  en compositie en fiets in de middag tevreden huiswaarts.

Snijbonensnijder

Als kunstenaar bof ik met een creatief beroep. Je onderdompelen in kleur en vorm en iets scheppen uit het niets geeft veel voldoening. Toc...