Viering in TBS-kliniek



De controlelampjes flikkeren felrood en een hoge piep ontsnapt aan de controlepoortjes. Sinds een tijdje bezoek ik regelmatig de vieringen op zondagavond in een TBS-kliniek. Bij binnenkomst moet ik me ontdoen van tas, horloge, smartphone, sleutelbos, riem en metaal. Het is net Schiphol. Door ervaring wijs geworden laat ik de hele rataplan thuis en zo mag ik gewoon doorlopen ondanks een klein piepje. Maar nu zit er een strenge bewaker achter het glazen loket en spreekt me aan op het laatste, kleine piepje. Op het scherm brandt een lampje ter hoogte van mijn beugel-BH. Of ik die de volgende keer thuis kan laten anders kom ik er niet in. “Maar ik heb geen andere BH’s” zeg ik beteuterd. “Dan is er een grote kans dat u wordt teruggestuurd” is zijn repliek. 

Eenmaal binnen volg ik de wandelroute door lange gangen richting kapel. Soms loopt er een bewaker mee, soms vangt de voorganger ons op bij de klapdeuren die allemaal automatisch vergrendeld zijn en alleen met een pasje opengaan. Als alle hindernissen genomen zijn, kom ik in de kapel. Een sfeervolle ruimte met beschilderd glas in de ramen, schilderijen aan de muur en bloemen op tafel. De kaarsen branden. Elke zondagavond is hier een kort moment met zang, gebed en een kleine overdenking voor de mensen die hier zitten opgesloten. Om de verbinding met de samenleving levend te houden, komen hier ook een aantal vrijwilligers. Er zit een psychiater bij, een jurist, een gepensioneerde en nu ook een kunstenaar. Vaak zijn het mensen uit de lokale kerk die deze vieringen regelmatig bezoeken. De voorganger in trui en veterboots begroet de mensen die binnenkomen. Hoofdzakelijk mannen. Sommige mannen komen met hun begeleider. Ik heb tweemaal een vrouw gezien.

Dan gaat de viering van start met woorden van welkom. “Voel je welkom zoals je bent, je mag hier zijn met alles wat er is.” Iemand wordt uitgenodigd de grote kaars aan te steken en woorden klinken over licht dat in mensen is ontstoken. In deze periode gaan ook de adventskaarsen aan. Dan volgt een mooi lied op groot volume uit een kleine speaker die bediend wordt door de dominee met zijn telefoon. Een liedje van Celine Dion, Maria Carrey of een andere aansprekende zangeres. Er wordt wat mee gehumd en soms gezongen. Ook geestelijke liederen uit het liedboek of een opwekkingslied komt voorbij. Soms zijn er zes bezoekers soms wel vijftien. De ene zondag ben ik alleen en een andere keer zijn er drie vrijwilligers tegelijk. Dan lezen we een tekst. Danny steekt zijn vinger op en leest de tekst uit Mattheus hardop voor. De dominee geeft zijn overdenking. Hij spreekt zijn publiek direct toe in gewone mensentaal. Niet hoogdravend maar zacht en liefdevol. Af en toe verbindt hij de tekst met de situatie waarin deze mensen zitten. Schuld en schaamte komen voorbij. Vergeving.



De viering eindigt met het ontsteken van kleine waxinelichtjes die elke bezoeker mag aansteken voor een dierbare. Vooraan ontstaat een rij. De voorste geeft de brandende kaars door naar achteren en zo komt iedereen aan de beurt. Sommige mensen steken wel vier kaarsjes aan. Dan wordt er voorbede gedaan. Er gaan vingers de lucht in. “Wil je voor mijn moeder bidden?” Op de achterste rij vraagt iemand: “Wil je voor Kevin bidden, hij heeft het moeilijk nu.” Zo volgen nog enkele verzoeken. De voorganger slaat alles op in zijn fotografisch geheugen en memoreert de namen in zijn gebed dat volgt. We zijn ook even stil. Dan volgt de zegen en is er koffie en thee.


De laatste keer was een vrouw jarig en iemand had een taart voor haar gebakken. Ze vertelt dat ze oorbellen van haar moeder heeft gekregen. Het zijn clips en ze vraagt of ze goed zitten. “Moeten ze niet wat dichter op mijn oor?” Ze laat een ander cadeautje zien, een kettinkje van het Kruidvat, “Mooi he?” Ik zit naast Danny die mij deelgenoot maakt van zijn gewonnen Dart-wedstrijden. Hij vouwt wel vijf A4-tjes open met getallen van gespeelde wedstrijden met zijn maten. Hij heeft ze bijna allemaal gewonnen en glimt van trots. Hij laat zijn Ajax-T-shirt zien want hij is fan en toont ook nog even zijn vorkheftruck-rijbewijs. Hij vertelt dat hij vandaag bezoek heeft gehad van zijn 84-jarige moeder. Met haar autootje komt ze uit Noord Holland naar het midden van het land om haar 52-jarige zoon te bezoeken die vastzit. Ook mijn andere buurman van midden vijftig vertelt over zijn 80-jarige ouders die elke week op bezoek komen. Ze maken zich zorgen en zijn soms kwaad over de gang van zaken. Ik realiseer me hoe bevoorrecht ik ben met twee jong volwassen zoons die zijn uitgevlogen en zelfstandig hun leven op poten hebben. Ik maak me weinig tot geen zorgen. Deze grote, volwassen mannen zijn nog steeds zoon van hun bezorgde ouders. Het leven is hen uit de handen geglipt. Hoe groot moet de zorg en het verdriet zijn voor hen maar ook voor hun ouders, mensen op leeftijd. Voor hen geen rustige oude dag. Aan alles merk je hoe blij de bewoners zijn dat er naar hen wordt omgekeken. Een avond per week kletsen over het WK met mensen buiten de muren. Ik weet niet waarom deze mannen hier zitten. Beter ook. Nu kan ik ze onbevangen tegemoet treden. Na afloop loop ik door de gangen, de klapdeuren door en de piepende poortjes, de vrijheid tegemoet.

Snijbonensnijder

Als kunstenaar bof ik met een creatief beroep. Je onderdompelen in kleur en vorm en iets scheppen uit het niets geeft veel voldoening. Toc...