Stadsmeisje volgt bosman

Toen prinses Irene liet blijken dat ze veel van de natuur hield, er graag tijd in doorbracht en bovendien kon praten met bomen, kreeg ze half Nederland over zich heen. Want hoe kun je nou praten met bomen? Volgens mij is het hetzelfde als praten met God, vergelijkbaar met luisteren naar je hart, je innerlijke stem. Dat komt in de buurt van mediteren zou ik zeggen. Het probleem is vaak dat  in een wereld vol prikkels, wij bijna nooit meer stil worden en dus die innerlijke stem niet meer horen. We praten en babbelen en zijn niet meer gewend om te luisteren naar de stilte. Praten met bomen is niet zozeer taal gebruiken alswel je afstemmen op en verbinden met de energie van de natuur.

Bomen omhelzen
Zelf ben ik meer een stadsmeisje en niet opgegroeid met natuur. Ik heb moeten leren om verbinding te maken met de natuur en me laten ontroeren. Vaak ben ik er nog te ongeduldig voor. Mijn man is daarin behulpzaam en van hem kan ik veel leren. Hij trekt zich regelmatig terug in het bos om op te laden en gaat dan primitief kamperen en een vuurtje stoken. Hij kent veel namen van plantjes, weet welke planten eetbaar zijn en praat ook gerust met bomen. Soms spreidt hij zijn armen en voelt met zijn handen de energie van een oude eik. Dan wordt hij er naartoe getrokken. Ik kijk dan altijd even besmuikt om me heen of er niet teveel mensen in de buurt lopen. Schaamte. Valse schaamte kun je beter zeggen. De laatste keer dat wij een herfstwandeling in de Vuursche bossen maakten, waren we zo druk aan de babbel dat we de bomen nauwelijks zagen. Het was groen decor geworden. Tot er een ontmoeting plaatsvond. Wick liep zomaar opeens met uitgestrekte handen op een grote beukenboom toe. "Hij roept me" en langzaam raakten zijn vingertoppen de bast van de boom. Wat bleek? Precies op die twee plaatsen waar zijn vingertoppen de boom raakten, zaten twee nietjes in de bast. Waarschijnlijk achtergebleven van een kinderspeurtocht. Toeval? Het raakte mij zeer. Behoedzaam pulkte hij de nietjes uit de taaie boomhuid en in stilte wandelden we verder.

De natuur spiegelt
Filosoof en ecoloog Mathijs Schouten werkt bij Staatsbosbeheer en is meditatieleraar. Hij zegt dat je moet leren om in de natuur te zijn. Het gaat niet vanzelf. Voor de meesten van ons is de natuur een soort groen decor waarin we joggen, paardrijden, een druk gesprek voeren of snel doorheen fietsen om van A naar B te komen. Schouten: "Het werkelijk verbinden met de natuur betekent dat je op een bepaalde manier moet waarnemen, in contact treden, open staan. Dat betekent vaak: je zintuigen aanspreken. Luisteren, kijken, maar ook ruiken en aanraken. Wanneer dat werkelijk gebeurt, is er een ontmoeting met iets dat geen verlengstuk van jezelf is." Die wezenlijke ontmoetingen kunnen iets bij je beroeren, je raken of je gevoel van verwondering aanraken. Je raakt verwonderd door iets dat anders is dan jijzelf. Even vergeet je tijd, plaats en ruimte. Ook de oordelen gaan even naar het nulpunt of zoals Schouten zegt: "Je komt in een wereld die niet oordeelt. Als je in een menselijke omgeving bent, sta je continu bloot aan oordelen; hoe je gekleed bent, hoe je articuleert, hoe je beweegt, noem maar op. Al die dingen spelen acuut een rol in sociale interacties. Natuur heeft helemaal geen oordeel. Dat is heel bevrijdend." Maar niet voor iedereen en niet direct. Er is een categorie mensen die de natuur helemaal niet in wil omdat de natuur jezelf spiegelt. Al je zorgen, je beperkingen, je fixatie op de klok of je fixatie op eten kunnen zomaar naar boven komen tijdens een ontspannende boswandeling. Het is net als mediteren en diep in de stilte gaan. Eerst is er helemaal geen stilte en alleen maar gedoe. "Een binnenwereld die draait, denkt, oordeelt en voelt." Pas als je vaker mediteert en vaker de bossen intrekt, kunnen momenten van verwondering en stilte groeien. Dan kan de natuur je in verbinding brengen met datgene dat groter is dan jijzelf en je uittillen boven het leven van alledag.

Bron: Interview met Matthijs Schouten in Puur Natuur (Winter 2015)

Suiker de zoete verleiding

Suiker. Je kunt er helemaal mee stoppen, hoewel dat nog best lastig is. Er bestaat een boek 100% Suikervrij 30 dagen Sugarchallenge dat je in dertig dagen van je suikerverslaving afhelpt. Ik heb er geen ervaring mee maar juich het wel toe. In de loop der jaren ben ik drastisch teruggegaan in suikerverbruik, met name de koekjes en voel me fitter.
Het is niet alleen dat klontje suiker in je koffie, het zijn vooral de verborgen suikers die in koekjes, drop, kauwgum, alcohol en cake zitten. Maar ook in mayonaise, ketchup zelfs in zalm en augurken. Dus hoe ver wil je gaan? Hoe hoog leg je de lat? Een eerste begin is om goed etiketten te lezen. Dat is een vak apart want die marketingjongens zijn ook niet gek. Die weten dat wij vallen voor termen als ‘light’ en ‘bewust’ en ‘minder suiker’. Je wordt als consument vaak in de maling genomen. Foodwatch nomineert elk jaar de producten die het meest misleidend zijn op dit gebied. Jij kunt je stem uitbrengen voor het Gouden Windei. 
Stel, je koopt pure chocolade en denkt goed bezig te zijn. Draai je plak even om en lees de kleine lettertjes. Er staat altijd een schema waarin aangegeven staat hoeveel koolhydraten per 100 gram erin zit en daaronder staat het aantal gram suikers vermeld. Ezelsbruggetje; 1 klontje suiker is ruim 4 gram en dat is 20kcal. Dus als er 24 gram in zit, weet je dat je zeker 6 tot 7 klontjes witte suiker binnen krijgt en 140 lege kcal. Nou kan je lichaam wel wat hebben. Gemiddeld zijn zes klontjes (dus ongeveer 25 gram) een aanvaardbaar gemiddelde en de WHO-richtlijnen trekken het op naar 50 gram, maar daar zit je zo aan. Waarom zou je je lichaam belasten met lege calorieën die de bloedsuikerspiegel doen pieken? Het gaat elke keer weer om keuzes maken.

Tel uit je winst
Een handig lijstje:
- Coca Cola 1 liter (geen lightvarianten): 40 suikerklontjes.
- Cappuccino: poedertjes van cappuccino bevatten vaak 35 suikerklontjes per 220 gram.
- Kinderyoghurtjes zoals Petit Gervais: Per 6 potjes van 50 gram zo'n 13  suikerklontjes.
- Tomatenketchup per 0,75 liter: 61 suikerklontjes.
- Balsamicodressing: 27 suikerklontjes per 0,5 liter.
- Baileys: 60 suikerklontjes per 0,7 liter.
- Schweppes Bitter Lemon 1 liter: 46 suikerklontjes
- Diepvriespizza: 8 suikerklontjes
- Fitness Fruit ontbijtgranen 375 gram: 39 suikerklontjes
- Kellogg's Frosties 375 gram: 51 suikerklontjes
- Kellogg's Corn Flakes 375 gram: 11 suikerklontjes
- Milka melkchocolade 100 gram: 22 suikerklontjes
- Rozijnenkoek van 170 gram: 19 suikerklontjes
- Actimel drinkyoghurtjes per portie van 100 ml: 3,5 suikerklontjes
- Activia yoghurt per potje van 115 gram: 4,5 suikerklontjes

- Vanille ijs 1 liter: 81 suikerklontjes

Geen koek wel lekker
Vooral op feestjes van anderen waar al het lekkers zo voor het grijpen ligt, is de verleiding zoet. Op je eigen feestjes kun je suikervrije taart serveren, notencakes en hartige hapjes maken maar op een familiefeest vliegen de bonbons, de slagroomtaarten, vlaaien en gevulde speculaas je om de oren. Niet altijd kan ik de zoetigheid weerstaan, maar bekoop het vaak wel met een suikerkater de volgende ochtend. Een sloom en neerslachtig gevoel bij het opstaan en een zwaar hoofd. Dit heeft mij geholpen in de loop der jaren:
  • geen zoetigheid meer in de winkelkar leggen, geen koekjes, drop, keek en snoep en ook geen cruesli
  • wel voor alternatieven zorgen (als je toch iets bij de koffie wilt) zoals koekjes uit de natuurwinkel waar veel minder suiker in zit
  • de koekjes helemaal skippen en overgaan op gemengde noten
  • eventueel een bakje noten meenemen naar een feestje
  • pure chocolade als alternatief voor koek
  • een cracker met notenpasta of vegetarische groentespread (of een plak rosbief) is ook lekker bij de thee of koffie (Ja, je kunt er aan wennen.)
  • geen jam of hagelslag maar humus op je brood - of avocado - of banaan met kaneel
  • alternatieven voor suiker om de kwark mee te zoeten of te bakken; agavestroop, ahornsiroop, kokosbloemsuiker, stevia, dadelstroop
Succes!

Top 7 Beweegtips

Als je walgt van de sportschool, wat dan wel? Persoonlijk houd ik niet van georganiseerd sporten op vaste tijdsstippen en geef de voorkeur aan beweging in mijn eigen omgeving. Soms in de ochtend, soms in de namiddag en soms helemaal niet. Dat is het voordeel van niet verbonden zijn aan een vaste groep of een vaste tijd, lekker autonoom bewegen. Waar het dan natuurlijk wel op aan komt is discipline. Op zijn tijd jezelf naar buiten schoppen of even gaan liggen op je matje voor je tien buikspieroefeningen of twintig push-ups. Dit zijn mijn succesnummers:
  1. de hond
  2. de fiets
  3. de trap
  4. de was
  5. de blaadjes
  6. de kettlebell 
  7. de plank
De hond - Je hebt mensen die hun hond uitlaten met de auto. Hand door het raampje met de riem eraan en gas geven. De hond rent lekker en jij zit op je kont. Ja echt, dat beeld zag ik pas langskomen. De hond kun je ook anders inzetten. Het is het ideale dier om gepermitteerd een wandelingetje te maken en je hoeft er niet zelf eentje te hebben. Ik wandel met de hond van de buren. Een uurtje stevig doorstappen in het park om de hoek. Vaker loop ik zonder hond maar kom dan wel hondenbezitters tegen die je soms raar aankijken; wat doe jij hier? Waar is je hond? Loslopende honden komen kwispelend op me aflopen en besnuffelen me nieuwsgierig. Ze druipen teleurgesteld af als ze geen viervoeter zien. Het kan best, lopen zonder hond, zonder vriendin, zonder man, gewoon je zelf uitlaten en stug doorlopen, in- en uitademen en genieten van het seizoen waarin je wandelt.

De fiets - Sinds enkele jaren heb ik mijzelf getrakteerd op een elektrische fiets. Dat mag allemaal als je boven de vijftig bent. Ik vind dat ik met zo’n fiets heel sportief bezig ben maar mijn jonge puberzoons lachen mij hier heel hard om uit. De puberzoon leent deze fiets wel eens als hij voor een dj-klus buiten de stad moet zijn. Hij zet hem dan in trapondersteuning negen en zwiert zo langs paden en velden zonder enige inspanning. Zo gebruik ik de fiets nauwelijks. Met de laagst mogelijke trapondersteuning fiets ik met behoorlijke weerstand mijn rondjes door de polder. Maar ik ga vanuit Utrecht ook makkelijker naar Hilversum, Zeist of Amersfoort op de tweewieler. Je actieradius wordt vergroot door een elektrische fiets. Uiteraard kan sportief fietsen ook op een gewone fiets, een race- of crossfiets.

De trap - Dit is een vorm van gek en speels bewegen, namelijk doelbewust je eigen trap op en neer rennen. Dus in flink tempo de trap bestijgen en de leuningen niet aanraken. Thuis zijn wij in het gelukkige bezit van twee trappen die ik achter elkaar op- en afloop. Na de tiende keer is de hartslag flink omhoog gegaan wat goed schijnt te zijn voor de vetverbranding. Dan moet je de oefening wel 20 minuten volhouden en ook weer niet te hard van stapel lopen. Meestal doe ik deze oefening vlak voordat ik ga douchen want je gaat er behoorlijk van zweten. Tip: trek een sportbh aan.

De blaadjes - Hiervoor is een tuin met bomen ideaal. Met een balkon of een dichtgetimmerd stenen terras kom je niet ver. Vooral in de herfst als de bomen hun blaadjes laten vallen kun je aan de slag met bezem en veger en blik. Flink vegen, bukken en blad verzamelen, oprichten en het afval in de kliko werpen. Maak nog wat extra kniebuigingen. Een uurtje tuinieren op deze manier is een mooie workout in de buitenlucht. Denk ook aan snoeien, bollen planten en grasmaaien. De tuin van de buurvrouw of een familielid kan natuurlijk ook.

De was - Deze oefening doe ik sinds kort. Je haalt de was uit de wasmachine en bukt een paar keer extra. De kniebuigingen kun je aanvullen naar eigen inzicht met ‘squats’ en enkele ‘lunges’. Je versterkt je spieren en verbrandt calorieën. Het hoogtepunt moet dan nog komen; het ophangen van de was. Lekker buiten je uitrekken naar de lijnen die net iets te hoog hangen en de geurende, schone was selecteren op kleur en vorm. Het mag best een mooi beeld zijn om naar te kijken zegt de kunstenaar in mij. In de winter hangt onze was in het trapgat en ook dan is het reiken naar de verste lijnen een fysieke uitdaging. Het natte goed stevig uitkloppen tegen de kreukels hoort er ook bij. Strijken doe ik nooit hoewel dat ook een lichte workout kan zijn.

De kettlebell - Dit is een gietijzeren gewicht met een handvat eraan. Je hebt ze in verschillende gewichtsklassen. Ooit gaf ik mijn zoon er eentje voor Sinterklaas maar wie gebruikt hem het meest? Juist, mama die haar spieren wil trainen. Op internet heb je verschillende oefeningen die je ermee kunt doen en op Youtube staat een 10-minuten workout voor beginners. Zelf gebruik ik hem voor buik- en armspieren. De bal staat standaard in de hal boven of in de slaapkamer. Als ik hem zie, pak ik hem even. Gewoon tussendoor wat oefeningetjes doen. Te koop bij de sportwinkel, soms bij drogist of supermarkt of bol.com.

De plank - Deze oefening heb ik nog overgehouden aan mijn sportschoolavontuur. Het is een oefening die je ‘core’ verstevigt, je rompspieren en waarbij je calorieën verbrandt. Ga op je buik liggen en kom omhoog op ellebogen en tenen. Je benen blijven ter hoogte van je heupen. Zorg voor een rechte rug, niet bol of hol en houd de billen laag. Start met drie of vier keer dertig seconden. Bouw de krachtsinspanning langzaam op.

Traintip buikspieren
Wist je dat je ook zittend je buikspieren kunt trainen? Ga hiervoor zitten op het puntje van je stoel. Til een been op en houd deze 30 seconden ongeveer 2 centimeter boven de vloer. Wissel daarna naar je andere been. Trek tijdens de oefening je navel in. Ga per been voor vijf herhalingen. 
Uitsmijter de 7 Minute Workout
Wil je de training snel en compact omdat je druk bent? Kijk dan eens naar dit programma van slechts zeven minuten. Je traint alle spieren, je hartslag gaat omhoog, je transpireert en daarna voel je je zo fris als een hoentje. Er bestaat een gratis app die je zo op je mobiel kunt installeren. Maar na drie keer ken je de oefeningen wel, alleen mis je dan het 30-seconden-belletje en de vijf rustseconden tussen elke oefening. De timer  voor de oefeningen vind je hier en een filmpje van de 7 Minute Workout. Veel succes!

Klussen is ook bewegen

Het is beter om elke dag wat klusjes en beweging te plannen in je dagelijks ritme dan een uur per week te sporten en verder alle uren op je bank te zitten of achter de computer. Vervang bijvoorbeeld je zittende uurtje televisiekijken door een uurtje avondwandelen. Veel mensen hebben zittend werk achter de computer of vergaderen de hele dag. Juist dan is het belangrijk bewust je beweegmomenten te zoeken. Beweegtip op het werk: lunchwandelen. Neem je makkelijke sport- of bergschoenen mee in een rugzak. Kleed je om twaalf uur even om en ga dertig minuten stevig stappen. Ondertussen kun je je fruit of boterham eten. Zit niet te lang op je stoel, zet eventueel een timer om elke 30 minuten even een wandelingetje te maken naar de lift of het kopieerapparaat. Het huishouden thuis biedt je volop mogelijkheden om te bewegen. Een kamertje opruimen of verven, de badkamer en wc schoonmaken, oud papier wegbrengen; het draagt allemaal bij aan je dagelijkse portie beweging. Klussen en huishouden zijn hiervoor ideaal zonder allerlei handige apparaten en automatisch knopjes. Ik pleit voor een herwaardering van het huishouden, het liefst zoals onze moeders het in de jaren vijftig deden, gewoon alles met de hand. De wasmachine mag blijven maar de droger en de sinaasappelpers kunnen best de deur uit. De trend lijkt zich te keren want koffiemachines gaan al massaal de deur uit; er wordt steeds meer verse filterkoffie met de hand gezet. 

Naar de sportschool - of niet

Ik houd niet van de sportschool. Jij?
Enige tijd voor mijn vijftigste verjaardag vond ik het opeens tijd worden voor de sportschool. De kilo’s waren er langzaam aan gekomen, de buik had drie zwembandjes gekregen en als jubilerende Sarah wilde ik toch een beetje kek voor de dag komen maar ik heb altijd een bloedhekel aan de sportschool gehad. Nu er eentje op loopafstand om de hoek was, had ik geen smoezen meer en wilde ik het wel een keer proberen. Bovendien hadden ze ook lessen zumba, pilates en iets voor de drie B’s. Met een aantal rondborstige vrouwen kwam ik op woensdagochtend in een beweegclubje terecht samen met een leuke, jonge trainer die ons gewoon lekker liet kletsen tussen de buikspieroefeningen door. De koffie na afloop en de babbels droegen bij aan de feestvreugde. Ik werd even zo enthousiast dat ik zelfs op spinning ging op de vroege maandagochtend en een zwarte fietsbroek kocht met een zeemleren kruis. Toen de sportschool wisselde van eigenaar, de muziek steeds harder werd, de koffie verdween, de trainer werd ontslagen en er overal boksballen als paddestoelen uit de grond rezen, hield ik het voor gezien. In een vlaag van verstandsverbijstering heb ik nog een keer aan een bootcamp meegedaan. Ik wist niet precies wat dat was maar het bleek te gaan om heel heftig zweten, opduwen, hardlopen en dat alles zoveel en zo snel mogelijk. De rest van de groep bestond uit een jong meisje met een paardenstaart, een frisse marathonloper met mooie kuiten en een veel te dikke man. Na de eerste les verdween het jonge meisje, na drie lessen hield ook de dikke man het voor gezien. Toen bleef ik over met de sportieve veertiger. Een ervaring rijker besloot ik op 53-jarige leeftijd; ik hoef niet meer naar de sportschool. Dat is zo fijn aan ouder en milder worden; nee lieverd, jij hoeft niet meer op jouw leeftijd. Met deze afwijzing ben ik in het goede gezelschap van Midas Dekkers: ’Het enige dat je met sport bereikt is anderhalf miljoen blessures per jaar.’ Voordelen van de sportschool zijn er ook: op de loopband kun je je favoriete serie bekijken of het nieuws volgen. Tijdens het fietsen kun je een boek lezen. Iedereen moet vooral kiezen wat past bij zijn eigen leeftijd, voorkeuren en mogelijkheden.

‘In den beginne schiep de mens de stoomtrein.
Nu hoefde hij nooit meer te lopen.
De tweede dag schiep hij de hijskraan, de derde de elektrische stoel.
Het blik werd de vijfde dag geschapen, een dag na de blikopener, anders heb je er niks aan.
‘Daar zij kruimeldief’, sprak de mens de zesde dag en daar werd kruimeldief.
Nu was alle werk de mens door machines uit handen genomen en de mens zag dat het goed was.
Toen kwam de zevende dag en schiep de mens de sport.’
Midas Dekkers

(Dit is een voorpublicatie uit mijn boek Vitaal en levenslustig - gewicht verliezen en eetpatronen doorbreken)


Happinez

Tijdens mijn ochtendwandeling door de polder zie ik opeens vlaggetjes wapperen bij Fort Voordorp. Wat leuk, ze hebben het versierd. Totdat ik steeds meer vlaggetjes zie en witte tenten en mensen, veel mensen terwijl het hier altijd rustig is. Dan herinner ik het me weer: het Happinez Festival gaat vandaag van start. Fort Voordorp, een toplocatie in het groen omgetoverd in een spiritueel walhalla met fleurige slingers en vlaggetjes. Stiekem sluip ik binnen en pak een programmaboekje mee. Het is nog rustig, voor tien uur. Alleen de workshopmensen en de organisatiecrew loopt regelend rond. Ik bewonder de prachtige decoraties. Overal beelden en versieringen, zelfs de bomen hebben glanzende paarse met goud geborduurde Indiase lappen omgewikkeld. In kleine tipi-tentjes zitten vrouwen in kleermakerszit met een tarotspel tussen hen in, de laatste nieuwtjes uit te wisselen. De mobiel ligt naast hun opgevouwen knieën. Een tent met Dr. Hauschkaproducten, aurahealing, Weleda, spirituele lifestyleboeken, biologische hapjes, chakrameditatie, yoga, veel yoga en opeens ben ik vijfentwintig jaar terug. Het waren de jaren negentig en ik had mijn tweede baan als journalist bij een spiritueel maandblad over bewustwording. Panacea was eigenlijk het oudere zusje van Happinez. Het magazine was zijn tijd ver vooruit maar heeft het toen niet gered. Dat gaat ook niet lukken met zo'n naam natuurlijk. Bovendien organiseerden ze niet van dit soort kleurrijke, swingende festivals. Je had alleen de Onkruidbeurs. In 1993 ging Panacea op de fles en stond ik op straat. Dat was het begin van mijn loopbaan als zelfstandig ondernemer. Er kan pas iets nieuws ontstaan als het oude is afgestorven om er maar eens een spirituele wet in te gooien. Zo wandel ik verder tussen de blije kraampjes met lachende mensen. Er is een veelheid aan koffietentjes, barista's en bars met smoothies en gezonde hapjes. Wat ooit gezweef werd genoemd en voorbehouden was aan de happy few is nu mainstream geworden. Het Happinez festival is de spirituele incarnatie van de Libellezomerweek. De vrouwen beginnen het bruggetje naar het fort toe over te stromen. Sommigen op hun paasbest met lippenstift op, anderen naturel in wijde Ibiza-jurken. Tegen de stroom in baan ik mij een weg naar buiten, terug de polder in richting Voordorpse dijk. Naar huis, naar mijn eigen koffie. De koeien loeien en een file van carpoolende dames staat op de dijk. De eerste auto stopt, het raampje gaat open; 'Is hier het Happinez Festival?' Ja, zo om de bocht, je ziet de slingers vanzelf. 'Oh, dus daar is het?' Ja, aan het einde van de weg en verderop kun je geloof ik parkeren. 'Maar het is daar?' Ja, daar is het echt. De slang van auto's zet zich traag in beweging op weg naar het groene gras.

Schilderen vanuit het Keltisch dierenorakel

In mijn atelier ligt het Keltisch dierenorakel, een boek met kaarten waarop dieren staan. Af en toe pak ik wel eens een kaart. Als ik met een kwestie zit of inspiratie nodig heb. Toen ik bezig was met het najaarsaanbod van schilderlessen en workshops, zat ik te mijmeren over welke kant ik op wilde. Wat inspireert mij? Wat geeft me voldoening in het schilderen? Ik besloot een kaart te trekken en spreidde alle kaarten uit over de blauwe doek die bij het orakel hoort. Ik sloot mijn ogen en mijn hand bewoog naar een kaart links. Een spannend moment, welk dier gaat mij wat vertellen? Het was de zalm. Voor de Kelten is de zalm het oudste dier. Hij staat voor wijsheid, inspiratie en verjonging. Het resoneerde met mijn verlangen om de diepte in te gaan. Mensen inspireren, bij zichzelf laten komen en het creatieve stimuleren. Wijsheid en creativiteit zitten in ieder mens volgens mij. En verjonging, hoe leuk is dat voor een 50plus-vrouw? Hoe meer je creativiteit laat stromen, hoe jonger je je voelt. Jong heeft ook te maken met jong van geest en speels. Ja, doe eens gek of stap uit je patronen. Als jongste dochter in een gezin van zeven, voel ik me nog regelmatig jong en maak ik makkelijk contact met het speelse en het gekke in mezelf en de wereld om me heen. Dat gun ik iedereen. In het atelier heb ik al een proefrondje gedraaid met  dit Keltisch orakel onder cursisten van het inloopatelier. Dat smaakte naar meer. Er werd veel gelachen en verbazing alom. Deze kaart voor mij? Mensen schrikken soms van een kaart. Ze zijn blij met een witte zwaan, maar slikken bij het beeld van een zwarte raaf of slang. Het Keltisch dierenorakel laat echter zien dat ook een slang zijn kwaliteiten heeft. De slang die zijn huid afgooit, staat voor vernieuwing en transformatie. Dit dier heeft een helende werking en leert je om het oude los te laten. Hoe mooi is dat? 
De kaart van de zalm heeft me het zetje gegeven om de sprong in het diepe te wagen en een nieuwe cursus schilderen aan te bieden; schilderen vanuit het Keltisch dierenorakel. We zullen ook op papier werken. Deze cursus gaat over inspireren, nieuwe inzichten en oude wijsheid. Ik heb er heel veel zin in. De groep staat open voor iedereen die dit avontuur aandurft. Je laat je verrassen door een kaart en het dier dat erop staat. Een zwierige zwaan, een zwarte kraai of een hippende kikker. Ze hebben je allemaal wat te vertellen. Het zegt vaak iets over waar je nu bent en kan je helpen en inspireren in het schilderproces. Meedoen? Geef je op voor zaterdag 17 oktober.  Kijk hier voor praktische info en data.

Wat is jouw droom?


Mijn zoons van 16 en 17 jaar hebben een droom om later een groot koophuis te hebben en een snelle auto. Soms fantaseren ze er ook nog een jacuzzi bij en een lieve vrouw. Zaken die ze nu ontberen... Tja, er is toch wat mis gegaan in die opvoeding van ons. Alle museumbezoekjes en kampeerweekenden in het bos ten spijt. Soms vragen wij nederig of we dan in een klein schuurtje in hun backyard mogen wonen. Je weet het maar nooit met al die bezuinigingen op de ouderenzorg. Wick en ik behoren inmiddels tot de 55plusgeneratie. We hebben al met een interview in Plusmagazine gestaan. De generaties schuiven op. 'Als ik later groot ben, ga ik reizen' is opeens actueel geworden. De tijd is gekomen om dromen te verwezenlijken. De kinderen (bijna) de deur uit en het werk is klaar of zit in een afrondende fase.

Dit weekend is er een nieuwe website voor al onze dromen de lucht ingegaan; www.hoosz.nl
Op een Utrechtse hippe locatie proostten we met een glas bubbels met de initiatiefnemers Peter van Aarnhem en Rein de Vries op Hoosz. Samen hebben zij een platform gemaakt waarop alle dromen verzameld kunnen worden. De website is duidelijk verdeeld in droomsoorten: creatie, wonen, recreatie, idealen en kenniskapitaal. Heb je altijd al met meerdere mensen samen willen wonen? Wil je graag samen een moestuin aanleggen? Of ga je eindelijk die reis om de wereld maken? Hoosz helpt je om jouw droom te realiseren en verbindt mensen. Maar er is ook plek voor dromen in wording of mensen die nog niet zo'n duidelijke droom hebben. Het gaat om uitwisseling en ontmoeting, er is zelfs een Hoosz-café. Op de website staat duidelijk vermeld hoe je deel kunt gaan uitmaken van deze nieuwe community die mensen van 55plus met elkaar in contact brengt. Om je droom waar te maken.

En ik? Ik zou wel met een camper door Europa willen gaan trekken over een jaar of twee...en daarna de USA. Grote vraag is of manlief mee wil...


Tussen vrijheid en controle



Steeds meer oude fraaie gebouwen krijgen tegenwoordig een herbestemming. Zo werk ik zelf in een voormalig NS-gebouw aan het Utrechtse spoor met andere kunstenaars en creatieven. Maar wat te denken van een gevangenis met 116 cellen? Kunstliefde is de uitdaging aangegaan en heeft deze plek geannexeerd voor een unieke tentoonstelling ‘Onder controle’ van Utrecht Down Under. Kunstenaars reageren met hun werk op het thema ‘controle’. Er zijn installaties, performances, videowerken, tekeningen, beelden en enkele schilderijen te zien. Een impressie van de kunstenaars vind je op mijn blog Huidlandschappen.
Het is fascinerend om door dit pand met deze bijzondere geschiedenis te dwalen. Een beetje creepy ook. De afgesloten en kleine celblokken geven je vanzelf een gevoel van beklemming. Je ziet de kleine wc’s van rvs in de hoek van de ruimte. Ze zien er vies uit. Op sommige muren staan de aftelstreepjes met balpen nog op de muur. In een andere ruimte lees ik de teksten van gevangenen ‘Ik ben eruit, nu zit jij hier’. Die entourage geeft de hele tentoonstelling een macaber tintje. Er valt weinig te lachen maar veel te ontdekken in dit rijksmonument waar ooit Herman Brood en Simon Vinkenoog nog opgesloten hebben gezeten.
Indrukwekkend is de grote tekening van Robbie Cornelissen, een van de kunstenaars. Niet alleen minutieus getekend op dit grote imponerende formaat, maar ook een angstaanjagend en huiveringwekkend beeld. Het roept gedachten en fantasieën op van opsluiting, marteling, executie en totale isolatie. Als ik ergens bang voor ben is het wel de inperking van menselijke vrijheid. Charlie Hebdo ligt nog vers in het geheugen.
De maand mei is bij uitstek de maand om hierbij stil te staan. We herdenken de bevrijding van 70 jaar geleden en de vrijheid die velen nog steeds moeten bevechten. Dan kan ik mij dankbaar voelen om te mogen leven in dit land, in deze stad. Waar ik kan zeggen wat ik wil, kan schrijven wat ik denk, kan doen wat ik verlang en erbij kan lopen zoals ik zelf mooi vind. Iets om dankbaar voor te zijn. Want het kan zo maar weg zijn. Vervlogen.

De tentoonstelling 'Onder Controle' is nog t/m 31 mei te zien in de voormalige Utrechtse gevangenis aan het Wolvenplein.

De huiden van Fes


Ook Fes is een koningsstad. Op een of andere manier belanden we steeds weer in de medina, de soeks en de ambachten in plaats van bij de koninklijke paleizen. Meestal mag je de paleizen ook niet in of zoals een gids gevat opmerkte: ben je een vriend van de koning? Nee? Dan ga je toch ook niet op bezoek. Kortom je kunt wat in de paleistuinen dwalen maar meer niet. In de medina van Fes is het een drukte van belang. Kleine, nauwe steegjes met kraampjes vol vis, groente, noten of zilvergoed, leer (best mooie tassen ook met geitenhuiden) en bandjes en garens.Tussendoor lopen bepakte ezeltjes die hun koopwaar bij de kraam afleveren. Regelmatig springen we opzij als er weer een ezeldrijver aankomt met een volle, waggelende ezel. Buiten de medina wordt de koopwaar vanuit de auto op de ezels gehesen waarna het lastdier zijn tocht door de nauwe straatjes begint. 

We zijn op zoek naar de tannerie. De plek waar de dierenhuiden worden gewassen, geverfd en gelooid. Als we ook maar even zoekend rondkijken en stilstaan, staat er alweer een jongeman naast ons: "this way madam". We knikken vriendelijk en proberen de jongeman af te schudden. Het heeft iets dwingends de hele tijd zo'n jongen om je heen. Gelukkig laat hij ons na een paar minuten met rust en ontdekken we de tannerie in een deel van de stad waar ze flink aan het verbouwen zijn.
In een bruisende rivier worden de vachten gewassen. Het lijkt wel de middeleeuwen. Dat beeld wordt nog sterker als we bovenin een pand staan en naar beneden kijken op de tannerie. Vele baden en even zovele werkmannen. Ze bewegen de huiden in het water dat soms grijs en soms rood is. Met lieslaarzen aan en soms handschoenen wassen ze de huiden heen en weer. Zwaar werk. Overal hangen huiden te drogen. De baden kleuren rood met pigmenten. Het schijnt een vervuilende business te zijn. Vroeger werd chroom gebruikt dat zeer giftig is. De regels voor uitstoot en vervuiling zijn hier vast niet zo streng als in Nederland. Het is een fascinerend gezicht maar heeft ook iets triests. Waarom? Ik probeer te voelen wat het zo triest maakt en dan komt het woord omhoog: slavernij. Ja, daar doet het me aan denken. En dan te bedenken dat het nu nog lekker achttien graden is met een lekker zonnetje. Maar dit werk gaat elk seizoen door. Ook in de zomer als het veertig graden is. Ik moet er niet aan denken. We lopen terug naar beneden langs de mooiste leren producten: tassen, poefs, vachtjes. Het is de bedoeling dat toeristen wat kopen en zo wordt je ook opgewacht met een takje verse munt. Ongezien proberen we naar buiten te komen. We reizen slechts met handbagage en hebben geen plek voor mooie, grote leren tassen. Spijtig genoeg.

Een dag later willen we naar een ander stuk van de stad en naar de blauwe poort. We lopen naar de medina en zoeken de bordjes. Een klein jongetje spreekt ons aan en wijst gelijk de weg. Oh nee, niet weer een gids. Maar ja, hij is zo klein en hij spreekt bijzonder goed Engels. We raken aan de praat en eigenlijk is het wel een gezellig joch. Hij neemt ons mee naar de moskee met de veertien poorten. In de medina komen de houten deuren uit. Allen verschillend van houtsnijwerk en grootte en meestal gesloten. De hoofdpoort staat open voor mensen om te bidden. Wij mogen nooit naar binnen. Dat is wel een verschil met de boedhistische tempels of katholieke kerken die veel meer open zijn naar toeristen en niet-gelovigen. Dat vind ik jammer van deze godsdienst. Het jongetje dat Omar heet en zeven jaar is neemt ons mee naar een terras bovenin een huis. Via een trap met vele treden ingelegd met mozaïek komen we bovenin. Hier kijken we uit over de stad en op de moskee. We krijgen thee en koffie van de bewoner. Ik vraag Omar wat hij later wil worden. Hij tekent een ketting om zijn nek met een kaartje eraan. Het verwijst voor hem naar het beroep van officiële gids. Dat wil hij het liefst. Ik verbaas me over zijn jonge leeftijd. Hij is klein maar praat als een wijsneus van negen. Hij ziet gelijk dat ik een iPhone4 heb en wil graag op de foto.

Dan willen we wat spulletjes kopen en overleggen met Omar. Hij zegt 'ja, ja' en neemt ons verder en dieper de soeks in. Opeens is het niet meer leuk en proeven we zoals vaker een verborgen agenda. Even later staan we oog in oog met wat mannen die Omar lachend in de armen sluiten. Dit lijkt afgesproken werk. Waarschijnlijk krijgt Omar wat als hij toeristen aanbrengt. We zijn bij een tweede tannerie, we ruiken de geur van de huiden. Hier hebben we helemaal geen zin in want dat hebben we gister al gezien, bovendien dringt de tijd. We vliegen over een paar uur terug en willen nog wat shoppen. We lopen snel door en schudden Omar af. Dan maar geen fooi. Even later staat hij met een dikke grijns weer voor onze neus. We proberen nog eenmaal harde afspraken te maken. We willen naar de blauwe poort en die soeks uit. Op een gegeven moment worden al die steegjes en winkeltjes behoorlijk claustrofobisch. Omar wijst ons nog een keer de richting en we bedanken hem en betalen vijf euro. Hij weigert resoluut, zo jong als hij is. 'No, no'. Dit is veel te weinig. We doen er nog wat euro's bij en hij verdwijnt ongezien de soeks in. Omar wordt later vast een bevlogen en toegeweide gids die ook goed zijn prijs weet te maken.

De graven van Rabat


Rabat is de koningsstad aan de westkust. Na de drukte van Marrakech is frisse zeelucht een verademing. We lopen onze kleurrijke Riad uit, dit keer gerund door een moderne jongeman die goed Engels spreekt, en bereiken door een poortje het strand. Wat we daar zien beneemt ons de adem. Duizenden graven en grafstenen, bedekt met groen en soms bloemen, reikend tot aan de oceaan. Hier hebben de inwoners van Rabat hun laatste rustplaats. Met hun hoofd begraven naar Mekka. Aarzelend lopen we het pad naar beneden, zo in de armen van een praatgrage jongeman. Hij vertelt ons het een en ander over deze bijzondere begraafplaats en loodst ons mee het kerkhof door. Hij loopt en loopt en praat en praat. Engels, Frans, Italiaans, hij spreekt zijn talen. Uiteindelijk belanden we in de Kashba met huisjes uit de middeleeuwen. Alle huizen zijn wit en blauw geschilderd en de straten zijn proper en goed schoon geveegd. Hier en daar een bloempot met een cactus. Dit is de oudste kashba. Aan de andere kant van Rabat is de kashba in de medina met de winkeltjes en de restaurantjes. Hier is het stil en vredig ware het niet dat we aan de leiband van de gids lopen. Want dat blijkt hij te zijn en even later vraagt hij zijn gage. Opeens is het een handelaar in hart en nieren die zijn geld eist. Met een paar euro is hij niet tevreden. We geven nog wat meer en hebben weer een les geleerd. Niet met iedereen meegaan en assertief zijn. Mensen willen je hier zo graag helpen maar aan elke dienst hangt een prijskaartje en een praatje. Bovendien houd ik meer van dwalen in stilte, je laten verrassen, stilstaan en zelf ontdekken. In Marokko is dat een fikse uitdaging.


Bij het strand is bewaking. We passeren een slagboom en bewaker.  Omstreeks dit tijdsstip selecteren ze aan de poort en mag niet iedereen vrij doorlopen. Er wordt vooral gelet op jongens en meisjes. Die willen zich hier nogal eens terugtrekken aan de kust voor een romantisch samenzijn. Later zien we ook stelletjes die hand in hand naar de zonsondergang zitten te kijken. Het is een beeld dat je in de medina of in de stad nauwelijks ziet. Daar is de wereld van mannen en vrouwen sterk gesegregeerd. Als ik af en toe hand in hand loop met mijn man lijkt het bijna of ik iets ongepaste doe. Stout. Dan realiseer ik me weer in wat voor een vrij land we leven.

De volgende dag genieten we van de branding en de bruisende zee. De golven zijn hoog en slaan kapot tegen de rotsen. Het water trekt mooie halve cirkels in sporen. De kust wordt door vissers en enkele wandelaars gebruikt maar er is geen horeca. Het zou een uitgelezen plek zijn voor een mooie wandelboulevard of een leuk terras maar niets van dat alles. De plek wordt niet op die manier uitgebuit en geeft ons de kans om rustig te kijken en te slenteren. Op sommige plaatsen stapelt het zwerfafval zich op. Teruglopend over de begraafplaats is het druk met mensen en handelaren, veel oude mensen zitten gehurkt op de graven en steken bedelend een hand uit. De eerste geven we een muntje en dan steekt een hele rij zijn of haar hand uit. Het kleingeld verdwijnt zo uit onze zakken en we wandelen terug naar onze luxe Riad.


De rauwheid van Marrakech

Kippen worden hier, terwijl je wacht, de nek om gedraaid. In de kleine stalletjes boven het hoofd van de marktkoopman lopen ze eerst nog vrij rond te dribbelen in hun kleine hokjes om daarna het leven te bekopen oog in oog met een scherp hakmes. Vrouwen en kinderen kijken ernaar zonder iets van afschuw. Deze kip ligt vanavond op je bord. Verser kan niet. In de medina van Marrakech in de kasba logeer ik een authentieke Riad. Elke morgen als ik de deur uitstap, kom ik in een andere wereld. In de nauwe steegjes staan kleine fruitstalletjes, kleden met verse kruiden naast plastic kratten vol verse vis. Het ruikt er een beetje naar dood vlees, niet de prettigste geur. Een deur verder smeed de werkman een nieuwe deur van staal. De vonken vliegen in het rond. Iets verderop ruik ik de verse houtkrullen van de timmerman die kleine krukjes en nieuwe deuren maakt. De pigmenten en parfums van de plaatselijke apotheek liggen aanlokkelijk uitgestald in rieten manden. Waar het kan, wordt het in mooie hoge punten opgestapeld en gevormd. 

De mannen bieden hun waar aan op de markt en staan in de winkels. De vrouwen lopen in deze wijk voornamelijk in traditionele kledij met bedekt hoofd. Het voelt ongepast om hier al te bloot rond te lopen. Het domein van de vrouw is thuis en in de Riad serveren de vrouwen het ontbijt. De man rekent af na verblijf. Ik proef een strenge rollenscheiding die we in Nederland niet meer kennen op die manier. 
Op een dag laten we ons rond rijden in de Riksja voor toeristen, een versierde koets getrokken door twee paarden. Maar eerst onderhandelen over de prijs. De vraagprijs van 400 voor een rondrit daalt al gauw naar 200 voor een enkele reis naar de moskee. Ik zet in op 100 dirham waarna we ergens in het midden uitkomen. De koetsier lijkt zijn paarden extra hard te slaan met de zweep om de lagere ritprijs te compenseren. Onderhandelen met een vrouw en dan bakzeil halen, een grotere afgang is er niet bedenk ik terwijl de uitlaatgassen zich vermengen met de geur van paardendrollen. Bij het uitstappen keurt hij ons geen blik waardig en pakt zijn geld uitdrukkingsloos aan. Maar dat gebeurt vaker. Met veel tamtam wordt je een winkel ingeloodst, alles wordt uitgelegd met het doel iets te verkopen. Als de buit binnen is, kan er vaak geen afscheidsgroet vanaf. De vaak jonge knullen staan al weer klaar om hun volgende 'slachtoffer' binnen te halen. Zodra je deze strategie door hebt, kun je je beleid erop aanpassen en je wat assertiever opstellen. Niet met iedereen meelopen. De meeste mensen zijn aardig en helpen je graag. Of het nu om een geldautomaat gaat of om de weg naar je Riad. Een Riad is een soort bed en breakfast in Marokkaanse stijl. Het is eenvoudig en goedkoper dan een hotel. Minder luxe maar ook authentiek en dichtbij de mensen. Ik ben blij met de drie Riads die we gereserveerd hebben in Marrakech, Rabat en Fez. De temperatuur is goed voor de tijd van het jaar (eind februari) zonnig en rond de twintig graden.

Een mooi en groen uitstapje om de drukte van de stad even te ontvluchten is het bezoek aan een tuin. Er zijn er verschillende in Marrakech. Een van de bekendste tuinen is de Jardin Majorelle. Een prachtig aangelegde tuin met cactussen, palmbomen en bloeiende bloemen. Bovendien is hier de as uitgestrooid van Yves Saint Laurent en zijn laatste rustplaats. In de mooie binnentuin kun je heerlijk lunchen en koffie drinken.
In de avond eten op het grote plein Jemaa El Fna is een bijzondere ervaring. De lucht kleurt langzaam rood achter de moskee en de zon verdwijnt achter de horizon. Het plein komt nu tot leven. Groepen muzikanten, jongleurs en mannen met belletjes strijden om je aandacht. Foto's maken wordt niet altijd gewaardeerd of je moet betalen. De geuren van gebakken vis en geroosterde kip vullen mijn neusgaten. Jongens met folders trekken aan je mouw en verleiden je om in hun kraam te komen eten. De avond is gevallen en alle kraampjes zijn verlicht. Er staan houten picknickbanken waar toeristen en locals hun avondeten gebruiken. Ook kinderen eten gezellig mee. Uiteindelijk belanden we in een kraampje en laten ons trakteren op vlees en vis, aubergine en paprika met couscous en olijven. Veel te veel maar wel smakelijk.

Snijbonensnijder

Als kunstenaar bof ik met een creatief beroep. Je onderdompelen in kleur en vorm en iets scheppen uit het niets geeft veel voldoening. Toc...